Als je in het ziekenhuis wordt opgenomen na je bevalling, dan kan de andere ouder (vader of meemoeder) de rest van je moederschapsverlof omzetten naar geboorteverlof. Dat heet 'omgezet moederschapsverlof'.
Dat kan als aan de volgende voorwaarden voldaan is:
- je wordt meer dan 7 dagen opgenomen in het ziekenhuis;
- je kindje mag naar huis met de andere ouder;
- jij en de andere ouder zijn allebei werknemers in loondienst;
- jij en de andere ouder zijn allebei in eigen naam – als titularis – aangesloten bij een ziekenfonds;
- De andere ouder moet zijn werkgever verwittigen. Dat moet:
- schriftelijk;
- voor de start van het omgezet moederschapsverlof.
- Het omgezet moederschapsverlof moet starten ten laatste de 8ste dag na de geboorte van je kindje.
De eerste 7 dagen van je bevallingsrust kan je dus niet omzetten naar geboorteverlof.
Als je de omzetting wil, dan moet je die aanvragen, want het gebeurt niet automatisch. Daarnaast ben je niet verplicht om het te vragen.
Voor de dagen moederschapsverlof die omgezet zijn:
- behoud je zelf je recht op moederschapsuitkeringen;
- krijgt de andere ouder een uitkering van zijn ziekenfonds;
- is de andere ouder beschermd tegen ontslag.
Dat betekent dat:
-
hij niet mag ontslaan worden omdat hij omgezet moederschapsverlof opneemt;
-
als hij toch ontslaan wordt, de werkgever in principe een vergoeding moet betalen. Hij moet die vergoeding niet betalen als hij bewijst dat het ontslag niets te maken heeft met het omgezet moederschapsverlof.
Je vindt meer informatie in de fiche 'Kan je werkgever je ontslaan omdat je zwanger bent?'.
-
Het omgezet moederschapsverlof eindigt wanneer:
- je het ziekenhuis verlaat;
- je moederschapsverlof afgelopen is.
Op het einde van je ziekenhuisopname moet je een medisch attest bezorgen aan je ziekenfonds.
Je vindt meer informatie op de website van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering (RIZIV).