Je hebt minimum 9 weken en maximum 14 weken moederschapsverlof na je bevalling.
Dat deel van je moederschapsverlof heet bevallingsrust.
Je bevallingsrust start:
- in principe de dag van je bevalling;
- de dag na je bevalling, als je op de dag van je bevalling zelf gewerkt hebt.
Hoeveel weken bevallingrust je hebt, hangt af van hoeveel weken je al opnam voor je bevalling.
Je vindt meer informatie in de fiche ‘Hoeveel weken moederschapsverlof heb je voor je bevalling? (zwangerschapsverlof)’
Je bevallingrust wordt verlengd als:
- je in het ziekenhuis moet blijven;
- dat moet volgens de arbeidsregelgeving.
Je ziekenfonds berekent hoeveel moederschapsverlof je precies hebt.
Je vindt meer informatie op de website van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering (RIZIV).