Er zijn 2 manieren.
-
Je start rechtstreeks een procedure op bij de kamer voor minnelijke schikking.
Je schrijft een verzoekschrift en bezorgt het aan de griffie van de familierechtbank.
Het verzoekschrift kan door jullie samen opgesteld en ondertekend worden, of door slechts 1 van jullie.
In het verzoekschrift zeg je over welke punten je wil onderhandelen en over welke punten jullie al een akkoord hebben gesloten.
Je vindt een model van een verzoekschrift onderaan bij 'documenten'.
De griffier deelt je de datum mee waarop jullie naar de rechter moeten komen.
De procedure is gratis.
-
Er is al een procedure opgestart bij de ‘gewone’ familierechtbank en je voelt aan dat je met de tegenpartij kan onderhandelen om tot een akkoord te komen.
Je kan dan aan de familierechter vragen om je zaak door te sturen naar de kamer voor minnelijke schikking (KMS).
Soms beslist de familierechter ook zelf dat jullie eerst moeten proberen om te onderhandelen bij de kamer voor minnelijke schikking en tot een akkoord te komen.
Als de onderhandelingen mislukken, gaat de procedure terug naar de ‘gewone’ rechter die dan een beslissing neemt in het conflict. Wat er tijdens de onderhandelingen bij de kamer voor minnelijke schikkingen is gezegd is vertrouwelijk en wordt niet aan de ‘gewone’ rechter meegedeeld.
De rechter van de kamer voor minnelijke schikking mag na een mislukte onderhandeling nooit als familierechter beslissen over je conflict.
Je hebt niets te verliezen bij een bemiddelingspoging via de kamer van minnelijke schikking.
