Volksgezondheid: de effecten van per- en polyfluoralkylstoffen (PFAS) op moeders en hun baby’s

11 juli 2024

PFAS (per- en polyfluoralkylstoffen) zijn zogenaamde eeuwige chemicaliën en staan opnieuw in de actualiteit. Door hun chemische eigenschappen zijn die stoffen – die oorspronkelijk door de mens zijn gemaakt – overal te vinden en brengen ze de gezondheid van iedereen in gevaar. En dan vooral van de meest kwetsbaren, moeders en hun baby’s. In een recente open brief heeft de cel Milieu en Gezondheid van de Franstalige huisartsenorganisatie SSMG (Docteur Coquelicot) haar bezorgdheid geuit over de blootstelling aan PFAS, die ook in moedermelk werden teruggevonden. De cel stelt de ministers van Volksgezondheid voor om er een studie naar te doen.

We worden allemaal voortdurend blootgesteld aan PFAS. Ze zijn immers aanwezig in voedsel, verpakkingen, water, enz. Zowel in de huishoudelijke context als in de industriële sector zijn die stoffen zeer schadelijk voor mensen, want ze verhogen het risico om bepaalde ziekten te ontwikkelen. Gelukkig kunnen we ze zoveel mogelijk vermijden door de aanbevelingen van SSMG op te volgen.

{Persbericht van de cel Milieu en Gezondheid van SSMG ter attentie van de ministers van Volksgezondheid en andere belanghebbende partijen}

De effecten van PFAS op de volksgezondheid

De cel Milieu en Gezondheid van SSMG wil de aandacht vestigen op de groeiende bezorgdheid over per- en polyfluoralkylstoffen (PFAS). De bevolking is terecht bezorgd, maar blijft met vele vragen zitten. De cel Milieu en Gezondheid staat al meer dan twintig jaar bekend om haar expertise op het gebied van hormoonontregelende stoffen. Ze betreurt dat problemen daarrond pas bij een crisis – en dus vaak te laat – serieus worden genomen.

Drie risicogroepen

Onlangs publiceerde de onafhankelijke wetenschappelijke raad aanbevelingen voor de opvolging van patiënten met hoge PFAS-waarden. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen drie groepen:

  • < 2 ng/ml: geen probleem.
  • 2 tot 20 ng/ml: het lipidenprofiel opvolgen (één keer tussen 9 en 11 jaar, daarna elke zes jaar), hoge bloeddruk tijdens de zwangerschap monitoren (bij elke prenatale consultatie), controleren op borstkanker (om de twee jaar een preventieve mammografie tussen 40 en 74 jaar).
  • < 20 ng/ml: nauwgezet toezicht houden op het lipidenprofiel, hoge bloeddruk tijdens de zwangerschap, borstkanker, nierkanker (vanaf 45 jaar), TSH (vanaf 18 jaar), teelbalkanker en colitis ulcerosa (vanaf 15 jaar).

Die aanbevelingen zijn voornamelijk gebaseerd op die van de Amerikaanse NASEM en werden opgesteld zonder enig overleg met de eerstelijnszorg en zonder voorafgaand onderzoek naar de toepasbaarheid ervan.

Wat moet er gebeuren?

Een aantal vragen blijft onbeantwoord: Wie moet er getest worden? Welke medische monitoring moet op grote schaal worden aangeboden? Er ontbreken duidelijke richtlijnen voor screening op bepaalde vormen van kanker. Wat met de risico’s die extra screenings met zich meebrengen (bv. kanker veroorzaakt door de straling tijdens mammografieën)? Welke normen en maatregelen zijn nodig als de drempelwaarden van het lipidenprofiel worden overschreden? Vooral bij kinderen is dat een cruciale vraag. Bovendien is er een reëel risico op overmedicalisering. Er moeten absoluut duidelijke nationale aanbevelingen worden opgesteld als leidraad voor gezondheidszorgprofessionals. Eén recent geval trok in het bijzonder de aandacht van de cel Milieu en Gezondheid. Tijdens een openbare bijeenkomst meldde een moeder met een PFAS-waarde van 36 ng/ml in haar bloed dat haar driejarige kind een waarde van 90 ng/ml had. Hoewel borstvoeding over het algemeen wordt aanbevolen door de vele voordelen ervan, raden Amerikaanse aanbevelingen aan om bij hoge PFAS-waarden goed na te denken over borstvoeding.

PFAS en moedermelk

Omdat er geen normen zijn voor aanvaardbare PFAS-waarden in moedermelk, beveelt de cel Milieu en Gezondheid het volgende aan:

  • gratis testen op PFAS in de moedermelk voor wie borstvoeding geeft en in een risicolocatie woont;
  • PFAS meten in het bloed van zuigelingen bij de geboorte en op de leeftijd van één maand;
  • het PFAS-profiel van moeder en kind vergelijken;
  • PFAS-waarden in huis meten (huisstof, water, enz.) om er rekening mee te houden dat kinderen soms niet-eetbare dingen opeten.

Pleidooi voor een studie

Dat kan worden opgenomen in een studie, in combinatie met biomonitoringsgegevens en blootstellingsvragenlijsten. Het is zorgwekkend dat zuigelingen worden blootgesteld aan hoge concentraties PFAS, vooral tijdens de eerste duizend dagen van hun leven, wat een cruciale periode is voor hun ontwikkeling. Die situatie illustreert de effecten van milieuvervuiling op de gezondheid en benadrukt de noodzaak van proactieve actie in overleg met de medische sector. De cel Milieu en Gezondheid hoopt dat dit persbericht de aandacht zal trekken van de ministers van Volksgezondheid en andere belanghebbende partijen en hen zal aanmoedigen om resoluut actie te ondernemen om de volksgezondheid te beschermen.

Extra informatie

→ PFAS, borstvoeding en volksgezondheid (Franstalig persbericht op Docteur Coquelicot)

→ John Pauluis, verantwoordelijke van de cel Milieu en Gezondheid van SSMG
E-mail: environnement@ssmg.be, pauluis@skynet.be

 

Gedeeld door: Samuel Walheer