De afgelopen tien jaar zijn er ongeveer 152 miljoen baby’s te vroeg geboren volgens een rapport van de Wereldgezondheidsorganisatie (WGO) en het Kinderfonds van de Verenigde Naties (UNICEF) dat op woensdag 10 mei 2023 werd gepubliceerd. Een op de tien baby’s wordt te vroeg geboren – en elke 40 seconden sterft een van hen. Ook de conflicten, klimaatsverandering en COVID-19-crisis verhogen de risico’s voor vrouwen en baby’s wereldwijd.
{Artikel van Belga}
Volgens dit nieuwe rapport van organisaties van de Verenigde Naties en hun partners zullen in 2020 naar schatting 13,4 miljoen baby’s te vroeg geboren worden en zullen bijna een miljoen baby’s sterven aan complicaties die verband houden met vroeggeboorte. Dit komt neer op ongeveer één op de tien baby’s die wereldwijd te vroeg geboren worden (vóór 37 weken zwangerschap).
Vroeggeboorte: belangrijkste oorzaak van kindersterfte
Volgens het rapport is het aantal vroeggeboorten de afgelopen tien jaar in geen enkele regio ter wereld veranderd, met 152 miljoen kwetsbare baby’s die te vroeg geboren worden tussen 2010 en 2020.
Vroeggeboorte is nu de belangrijkste oorzaak van kindersterfte en is verantwoordelijk voor meer dan een op de vijf sterfgevallen onder kinderen voor hun vijfde verjaardag. Overlevenden van vroeggeboorte kunnen levenslange gevolgen voor hun gezondheid ondervinden, met een verhoogde kans op handicaps en ontwikkelingsachterstand.
Risico’s geaccentueerd door angstveroorzakende omgeving
De gevolgen van conflicten, klimaatverandering en Covid-19 vergroten de risico’s voor vrouwen en baby’s over de hele wereld, aldus de auteurs van het rapport. Maar al te vaak is de plaats van geboorte bepalend voor de overlevingskansen van baby’s. Slechts één op de tien extreem premature baby’s (jonger dan 28 weken) overleeft in landen met een laag inkomen, vergeleken met meer dan 90% in landen met een hoog inkomen. De schrijnende ongelijkheden die verband houden met etnische afkomst, inkomen en toegang tot goede zorg bepalen de kans op vroeggeboorte, overlijden en invaliditeit, zelfs in landen met een hoog inkomen.
Alarmbellen rinkelen over de “stille noodsituatie” van vroeggeboorten
De WHO, UNICEF en hun partners (waaronder het Partnership for Maternal, Newborn & Child Health, ‘s werelds grootste alliantie voor vrouwen, kinderen en adolescenten) luiden daarom de noodklok over de “stille nood” van vroeggeboorten, waarvan de omvang en de ernst lang zijn onderschat, en die de vooruitgang in gezondheid en het overleven van kinderen belemmert. Volgens de Verenigde Naties is er dringend actie nodig om de preventie van vroeggeboorten te verbeteren, evenals de zorg voor de betrokken baby’s en hun families.