Author Archives: Sofia

Toonaangevend thuisbegeleidingsprogramma voor ouders in Zwitserland

In Zwitserland bestaat een ongewoon thuisbegeleidingsprogramma voor ouders dat hier nog niet is ontwikkeld. Een journalist van Le Liguer ging er deze zomer heen en schreef een artikel over het programma. Dat kreeg de naam “Action Préventive en Milieu Familial” (APMF) en bestaat uit gratis wekelijkse huisbezoeken door een opvoeder gedurende enkele maanden. Het perspectief van buitenaf en vertrouwensklimaat helpt gezinnen hun moeilijkheden te overwinnen.  

Het APMF-programma werd tien jaar geleden opgezet dankzij de Fondation Officielle de la Jeunesse (FOJ). Sindsdien heeft het ongeveer 1.500 gezinnen in Genève geholpen. Het programma biedt steun aan gezinnen bij wie de kinderbeschermingsdienst (SPMi) niet moet ingrijpen, maar die wel moeilijkheden ondervinden met hun dagelijkse rol als ouder. Het heeft een breed toepassingsgebied en gaat over uiteenlopende onderwerpen zoals gezinsdynamiek na een scheiding, omgaan met crisissituaties bij tieners en de organisatie van het dagelijks leven.

Gezinnen met veelvoorkomende problemen thuis helpen

David Crisafulli, directeur van het APMF, vertelt aan Le Ligueur dat het programma niet alleen tot doel heeft misbruik te voorkomen, maar ook gezinnen wil helpen omgaan met veelvoorkomende problemen zoals slaapmanagement, het gebruik van beeldschermen door kinderen en communicatie binnen het gezin. Die flexibele, persoonlijke aanpak stelt opvoeders in staat om hun tussenkomsten af te stemmen op de specifieke behoeften van elk gezin. De leeftijd van de betrokken kinderen varieert van 0 tot 18 jaar, en de meeste begunstigden tussen de 6 en 12 jaar oud zijn. Wat het APMF onderscheidt van andere programma’s is de begeleidingsmethode. Gezinnen hoeven niet naar een kantoor of instelling te gaan: de professionals komen rechtstreeks naar hen toe. Elke opvoeder neemt een bescheiden, discrete houding aan en neemt deel aan alledaagse activiteiten zoals maaltijden en uitstapjes om de familiedynamiek beter te begrijpen en te verbeteren. Célia Marzano, een opvoedster bij het APMF, legde aan onze collega’s van Le Liguer uit dat die methode voor een onderdompeling zorgt, waardoor relatieproblemen en spanningen binnen het gezin snel duidelijk worden.

Samenwerken met gezinnen

De begeleiding die het APMF biedt, verschilt van de huidige beeldvorming in de media over ouderschapscoaches, die vaak worden gezien als experts die kant-en-klare oplossingen bieden. De benadering uit Genève is daarentegen gebaseerd op samenwerking met gezinnen, waarbij wederzijds vertrouwen centraal staat. Opvoeders dicteren geen gedrag, maar begeleiden ouders om hun eigen vaardigheden te versterken en hen te helpen groeien in hun rol. Die aanpak houdt ook in dat gezinnen naar lokale hulpdiensten worden geleid, wat belangrijk is in een stad met een overvloed aan diensten, maar met een soms ontoereikende toegang tot informatie Vandaag blijft het APMF zich uitbreiden dankzij publieke en private financiering, hoewel de vraag zo groot is dat er ongeveer dertig gezinnen op de wachtlijst staan.

Geen vergelijkbare initiatieven bij ons

Er bestaat nog geen gelijkaardig programma in de Federatie Wallonië-Brussel, hoewel initiatieven zoals het programma Naître et Grandir van het Office de la Naissance et de l’Enfance (ONE) enigszins in de buurt komt. De mobiele teams van Bru-Stars brengen ook thuisbezoeken om kinderen psychologisch te ondersteunen, maar gezinnen moeten naar hen worden doorverwezen. Hetzelfde geldt voor de opvoeders die gespecialiseerd zijn in de thuisbegeleiding van kinderen met autisme. Ze zijn met weinig, terwijl ook zij essentiële ondersteuning bieden aan gezinnen. Het Zwitserse initiatief is veel breder en kan een inspiratiebron zijn voor toekomstige initiatieven om dit soort ondersteuning van ouders in andere landen te bevorderen.

 

Sofia Douieb

 

Vragenlijst over de behandeling van het cytomegalovirus tijdens de zwangerschap: het KCE vraagt professionals naar hun mening

Aan alle verloskundigen, gynaecologen, huisartsen, enz.: deze vragenlijst over de screening en behandeling van het cytomegalovirus tijdens de zwangerschap is voor u!

Het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) nodigt alle betrokken professionals uit om deel te nemen aan een project over de screening en behandeling van het cytomegalovirus (CMV) tijdens de zwangerschap. Het centrum gebruikt hiervoor een online vragenlijst om een volledig beeld te krijgen van de huidige praktijken en perspectieven rond het onderwerp. Wie deelneemt aan het onderzoek helpt een beter inzicht te krijgen in de manier waarop de screening en het beheer van het CMV momenteel verlopen.

→ Vul de enquête in

Gewoonten en houdingen van zorgverleners in België

Aan het begin van de vragenlijst geven de organisatoren van het onderzoek een woordje uitleg: Deze vragenlijst gaat over de houdingen en gewoonten van zorgverleners in België ten opzichte van de screening en het beheer van het CMV tijdens de zwangerschap. Dit onderzoek, uitgevoerd door het Belgisch KCE, heeft als doel om gegevens te verzamelen over de variabiliteit in houdingen en praktijken bij zorgverleners in België. Uw deelname is volledig anoniem, en de vertrouwelijkheid van uw antwoorden wordt gegarandeerd. Als u echter wilt bijdragen aan de verdere ontwikkeling van dit project, kunt u uw e-mailadres achterlaten in het daarvoor bestemde vak aan het einde van de vragenlijst. De vragenlijst duurt 10 tot 20 minuten, afhankelijk van de mate waarin u betrokken bent bij de screening en het beheer van het CMV.

→ Als u vragen heeft of hulp nodig heeft, aarzel dan niet om contact op te nemen met het KCE via elena.costa@kce.fgov.be.

Anonieme vragenlijst

De gegevens die worden ingevuld bevatten geen gegevens die tot u kunnen worden herleid, behalve als dit expliciet wordt gevraagd. Wij verzekeren u dat, als u een toegangscode heeft gebruikt om deze vragenlijst in te vullen, die toegangscode niet bij uw ingevulde gegevens wordt opgeslagen. Die code wordt in een afzonderlijke database bewaard en geeft alleen aan of u de vragenlijst al dan niet heeft ingevuld. De toegangscodes kunnen niet worden gekoppeld aan uw antwoorden.

→ De vragenlijst

Het CMV in het kort

Het CMV behoort tot dezelfde familie als de waterpokken, herpes genitalis en koortslip. Het is een virus dat mensen besmet en dat meestal wordt overgedragen door rechtstreeks contact met lichaamsvloeistoffen (speeksel, bloed, moedermelk, urine, tranen, sperma, vaginale afscheidingen). De ziekte is wijdverspreid onder de bevolking, maar de meeste besmette mensen vertonen geen symptomen. Bij wie er wel symptomen verschijnen, kunnen die symptomen lijken op die van infectieuze mononucleose, zoals koorts, vermoeidheid, hoofdpijn, spier- en gewrichtspijn, verminderde eetlust, gezwollen lymfeklieren en keelontsteking. Dat lijkt redelijk onschuldig, maar bij zwangere vrouwen kan een infectie van het CMV leiden tot veel ernstigere complicaties voor de foetus: aangeboren misvormingen, neurologische aandoeningen, groeiachterstand, enz. Die complicaties kunnen blijvende gevolgen hebben voor het kind en leiden tot beperkingen. Voor zwangere vrouwen is het dus belangrijk om voorzichtig te zijn en zichzelf te beschermen!

 

Sofia Douieb

Vanaf 1 oktober wordt een preventief geneesmiddel tegen bronchiolitis eindelijk terugbetaald

Een preventieve behandeling tegen bronchiolitis, een veel voorkomende – maar soms ernstige – luchtwegaandoening bij zuigelingen, schept hoge verwachtingen in de strijd tegen deze infectie. Het komt vanaf 1 oktober op de markt in België en zal terugbetaald worden. 

Elk jaar worden in België ongeveer 2.500 kinderen jonger dan twee jaar in het ziekenhuis opgenomen voor bronchiolitis, een virale ziekte die zeer ernstige gevolgen kan hebben. De afdelingen kindergeneeskunde zijn erg opgezet met de aankondiging van deze preventieve behandeling. Ze hopen dat het aantal ziekenhuisopnames deze winter zal dalen.

Soms ernstige symptomen

In de herfst hebben Belgische ziekenhuizen, en vooral de Cliniques universitaires Saint-Luc, vaak te kampen met een toename van gevallen van bronchiolitis. Zoals professor Stéphane Moniotte, hoofd van de afdeling Kindergeneeskunde, uitlegt aan de RTBF: “Bronchiolitis door RSV (respiratoir syncytieel virus) kan bijzonder agressief zijn en leiden tot ernstige ademhalingsproblemen bij jonge kinderen, bij wie de kleinere luchtwegen snel verstopt raken door de ontsteking”. In 2023 had het Belgische instituut Sciensano al aangegeven dat de epidemische drempel van bronchiolitis vanaf november was overschreden. Dat was drie weken vroeger dan in 2022. Op dat moment waren bepaalde afdelingen kindergeneeskunde bijna verzadigd. Maar dankzij de komst van Beyfortus, een synthetisch antilichaam dat beschermt tegen het virus, zou de situatie dit jaar anders kunnen zijn.

Een veelbelovende behandeling

Dit geneesmiddel zal worden aangeboden aan pasgeborenen van de kraamafdeling, en zuigelingen die op 1 oktober jonger zijn dan 6 maanden kunnen er tot het einde van de maand gebruik van maken. Volgens professor Moniotte heeft Beyfortus een doeltreffendheid van 85%, waardoor het aantal ziekenhuisopnames voor bronchiolitis met 80 tot 85% zou kunnen dalen. Als veel ouders openstaan voor dit geneesmiddel, kan de druk op de afdelingen kindergeneeskunde deze winter aanzienlijk worden verlicht.

Een ander vaccin beschikbaar, maar niet terugbetaald

Tegelijkertijd is er sinds kort een ander product beschikbaar: een vaccin voor zwangere vrouwen dat baby’s vanaf de geboorte beschermt. In tegenstelling tot Beyfortus wordt dit vaccin echter nog niet terugbetaald. Deze nieuwe preventieve oplossingen brengen goede hoop om de impact van bronchiolitis bij zuigelingen te verminderen en te voorkomen dat de ziekenhuizen verzadigd raken.

 

Sofia Douieb

Focus op Huis van het Kind, essentiële steun voor ouderschap in Brussel en Vlaanderen

Huis van het Kind geeft ouders informatie en advies over zwangerschap, bevalling, verzorging van baby’s en jonge kinderen, opvoeding… In Brussel en Vlaanderen zijn de Huizen van het Kind open en aanwezig in het hele land om zoveel mogelijk gezinnen te bereiken. Born in Brussels wilde meer te weten komen over hoe deze ‘Huizen’ werken, hoe ze samenwerken met Kind&Gezin – en met hun andere partners – en hoe de Baboes (ouder-kind ontmoetingen) georganiseerd worden die dit najaar op vele plaatsen weer van start gaan. Interview met Charlotte De Meulder, Netwerkondersteuner bij Huis van het Kind Brussel.

“Huis van het Kind Brussel is een samenwerkingsverband van tal van organisaties in Brussel die (aanstaande) ouders met jonge kinderen ondersteunen in hun dagelijkse opdracht als ouder, en op belangrijke momenten, zoals bij zwangerschap, geboorte of als je kind naar de kinderopvang of naar school gaat.”, begint Charlotte De Meulder. “Dat doen we samen met een heel aantal partners. Met enkele daarvan hebben we een overeenkomst om een geïntegreerd aanbod te bieden in onze huizen, namelijk met StapsteenFoyer en HOPON. Het klopt dat we heel nauw samenwerken met Kind & Gezin. Zeker lokaal werken de teams veel samen, aangezien een Huis van het Kind altijd in eenzelfde gebouw wordt georganiseerd waar er ook een consultatiebureau van Kind & Gezin aanwezig is. Huis van het Kind staat bovendien voor het ontvangen, meten en wegen en ondersteunen van ouders in de consultatiebureaus. Door op eenzelfde plaats met meerdere partners aanwezig te zijn komen ouders op een spontane manier in aanraking met het brede aanbod rond zwangerschap, ouderschap, opgroeien en opvoedingsondersteuning dat binnen de Huizen van het Kind aangeboden wordt.”

Wat vinden ouders eigenlijk in een Huis van het Kind?

Bij ons, Huis van het Kind Brussel (en dus ook tijdens  baboes en tijdens andere activiteiten), kan je terecht met al je vragen over het grootbrengen van kinderen en jongeren. Je krijgt info en advies over zwangerschap, geboorte, zorgen voor baby’s en peuters, kinderen opvoeden, … Tijdens het Gezinspunt kun je terecht met algemene vragen rond gezin of met opvoedingsvragen. Er is ook een opvoedingscoach die ondersteuning biedt. Daarnaast zijn er verschillende partners regelmatig aanwezig in ons huis die specifieke vragen kunnen beantwoorden. Zo is er BrAP die ondersteuning biedt aan ouders met een kind met een specifieke zorgbehoefte en/of beperking. Het Lokaal Loket Kinderopvang helpt bij het aanmelden voor kinderopvang en geeft ook algemene informatie. Het vrijetijdsloket helpt in de zoektocht naar een hobby of leuke activiteit.

Je kan er ook spelen met je kind en andere ouders ontmoeten. We organiseren in de verschillende Huizen van het Kind in Brussel ouder-kindactiviteiten, oudergroepen, workshops zoals EHBO bij baby en peuters en nog veel meer. Het volledige aanbod vind je terug op onze website www.huisvanhetkindbrussel.be.

Wat zijn Baboes precies?

Baboes is één van de activiteiten die we organiseren. Het is een speel- en ontmoetingsmoment voor peuters of kleuters, op een veilige plek. Je kindje kan er samen met andere kindjes tot en met 4 jaar spelen. Wij zorgen voor tof speelgoed voor de kindjes. Mama’s, papa’s, oma’s en opa’s worden voorzien van koffie en thee. Zij blijven gezellig ter plaatse en doen mee.

Wat zijn de belangrijkste verzoeken in jullie aanbod? Of, anders gezegd, waar hebben ouders het meest behoefte aan?

Veel ouders komen met heel specifieke vragen rond bijvoorbeeld kinderopvang, meertaligheid of vrije tijd. Ze stellen ons hun vraag en komen op die manier ook in contact met het aanbod dat we verzorgen in onze huizen. Zo blijven ze soms « plakken » en nemen deel aan onze activiteiten.

Veel jonge ouders hebben de behoefte om andere ouders te ontmoeten. Andere ouders die als het ware een beetje in dezelfde (soms zoekende) fase zitten.  Een plaats vinden in Brussel waar je als ouders samen met je kind welkom bent is niet zo evident. Vandaar dat er veel vraag is naar activiteiten zoals « baboes » en dat we dit ook zullen aanbieden in elk Huis van het Kind in Brussel. Momenteel is dat nog niet het geval, omdat enkele huizen nog in opstartfase zijn.

Worden de Huizen van het Kind voornamelijk bemand door vrijwilligers? Hoeveel professionals zijn er in elk “kantoor”?

We werken af en toe met vrijwilligers, maar dat is dan eerder voor de consultatiebureaus. Tijdens baboes is er steeds minstens één professional aanwezig. Hoeveel personen er tijdens welke activiteiten aanwezig zijn, verschilt van huis tot huis. Maar we blijven op zoek naar mensen die mee ons aanbod willen ondersteunen als vrijwilliger. Via onze website vind je de vacatures terug.

Hoe werken jullie samen met andere verenigingen in de kinderopvangsector?

Zoals eerder al gezegd, we zijn een samenwerkingsverband. Om ons aanbod mogelijk te maken werken we, in elke regio in Brussel, nauw samen met alle partners in de buurt die werken met dezelfde gezinnen. Elkaar kennen bevordert de dienstverlening (meer diverse partners en een breder aanbod) en warme doorverwijzingsmogelijkheden voor ouders en kinderen. Als Huis van het Kind Brussel zetten we daarnaast ook actief in op kennisdeling, kennisopbouw en uitwisseling rond preventieve gezinsondersteuning in het netwerk van partners die (jonge) ouders ondersteunen.

Concreet doen we dat door het versturen naar een maandelijkse nieuwsbrief naar alle geïnteresseerden uit ons netwerk. Hiermee bieden we inspiratie en houden we partners op de hoogte over interessante thema’s, organisaties, weetjes, opleidingen en activiteiten rond preventieve gezinsondersteuning in Brussel. Meld je hier aan voor de nieuwsbrief.

Daarnaast organiseren we ook drie keer per jaar Lokale GezinsNetwerken (LGN’s) in 8 verschillende zones in Brussel. Dat zijn overlegmomenten met brede scholen, perinatale werkingen, kinderopvang, buitenschoolse opvang, socio-culturele partners, welzijnsactoren, gemeenschapscentra, … Geïnteresseerd om hierbij aan te sluiten ? Neem contact op via info@huisvanhetkindbrussel.be.

Je had het vooral over “Huis van het Kind Brussel”; betekent dat dat er andere Huizen van het Kind zijn in België, of op zijn minst in Vlaanderen?

Ja, dat klopt. Er bestaan Huizen van het Kind in Brussel en in heel Vlaanderen. Dit zijn steeds samenwerkingsverbanden die lokaal vorm krijgen vanuit de lokale overheden, vrije beroepen, middenveldorganisaties, vrijwilligers en burgers. Wat die verschillende Huizen van het Kind telkens aanbieden/realiseren is sterk afhankelijk van de kracht van het lokale netwerk.

Is er nog iets dat je ons wilt vertellen over Huis van het Kind?

Spring gerust eens binnen in het Huis van het Kind bij jou in de buurt. Op dit kaartje zie je waar je ons terugvindt: in Brussel, Sint-Gillis, Anderlecht, Elsene, Oudergem, Sint-Joost-ten-Node, Jette, Laken en Schaarbeek. Of neem vrijblijvend contact op via info@huisvanhetkindbrussel.be of op het nummer 02 507 88 88.

 

Interview door Sofia Douieb

Zwangere vrouwen: nieuw programma voor psychosociale ondersteuning gelanceerd

Het nieuwe, nationale programma “Geïntegreerde zorg voor zwangere vrouwen” werd onlangs goedgekeurd door het Verzekeringscomité van het RIZIV (Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering). Het doel? Psychosociaal kwetsbare zwangere vrouwen toegang geven tot zorg en ondersteuning gedurende de eerste duizend dagen. Andere programma’s moeten zich vervolgens richten op alle andere moeders en hun kinderen om ondersteuning te bieden die afgestemd is op de behoeften van alle gezinnen.

Het overleg tussen de federale overheid en de deelentiteiten heeft zijn vruchten afgeworpen! Het eerste programma is nu van start gegaan en zal het mogelijk maken om geïntegreerde zorg te leveren, die beter is afgestemd op zwangere vrouwen. Bij geïntegreerde zorg zijn gezondheidsdiensten zo georganiseerd dat begunstigden in alle aangeboden diensten een doorlopend zorgtraject hebben. Daarnaast wordt ook rekening gehouden met hun kinderen en naaste familie tijdens de eerste duizend dagen na de conceptie.

Het nieuwe programma in het kort

Het belang van deze nieuwe benadering ligt in het bieden van geïntegreerde zorg en ondersteuning via een doorlopend traject, dat wordt afgestemd op de behoeften van psychosociaal kwetsbare zwangere vrouwen. Hiervoor zal het gloednieuwe programma zich richten op drie periodes: de prenatale periode, de postnatale periode en de periode van de vroegste kinderjaren. Het programma omvat de volgende onderdelen, zoals vermeld op de website van het RIZIV:

  • outreaching: proactief (kwetsbare) zwangere vrouwen proberen te bereiken en hun de screening aan te bevelen;
  • systematische screening van psychosociale kwetsbaarheden via het Born in Belgium Professionals-platform (RIZIV);
  • persoonlijke prenatale adviesgesprekken (PPA);
  • zorg- en welzijnscoördinatie;
  • multidisciplinair overleg of perinataal overleg.

“Het doel is om voort te bouwen op bestaande praktijken op het terrein en opgedane ervaringen te benutten. Tegelijkertijd is er nieuwe financiering voor bepaalde activiteiten waardoor sommige praktijken kunnen worden gestimuleerd die geïntegreerde, persoonsgerichte ondersteuning en zorg bevorderen”, licht het RIZIV toe.

Op zijn website geeft het RIZIV ook een overzicht van alle activiteiten van het programma en de specifieke kenmerken per deelentiteit. → RIZIV

De eerste duizend dagen

“De eerste duizend dagen hebben een grote impact op de groei, ontwikkeling en levenskwaliteit van het kind op korte en lange termijn. Recente rapporten van het Federaal Kenniscentrum (KCE) tonen aan dat pre- en postnatale zorg en ondersteuning niet geïntegreerd noch afgestemd zijn op de behoeften van zwangere vrouwen, kinderen en hun gezin. Bovendien maken deze programma’s het mogelijk om een meer geïntegreerd, innovatief beleid uit te voeren om te zorgen voor meer continuïteit van zorg en ondersteuning en  de samenwerking tussen de zorg- en ondersteuningssectoren te versterken”, voegt het RIZIV toe.

Het team van Born in Brussels deelde onlangs nog een artikel over een documentaire van de RTBF. Daarin werden zes (toekomstige) ouders en het parcours van hun baby’s gevolgd. De reportage toont de verschillende ontwikkelingsfases van een baby, vanaf de vierde maand van de zwangerschap tot en met het tweede levensjaar, en benadrukt het belang van die eerste duizend dagen.

Documentaire: de eerste duizend dagen van een pasgeboren baby

 

Samuel Walheer