Author Archives: Sofia

Kinderarmoede : nieuwe invalshoeken voor analyse bij de Koning Boudewijnstichting

Op 18 oktober werd een nieuwe studie (in opdracht van de Koning Boudewijnstichting) over kinderarmoede voorgesteld aan een honderdtal beleidsmakers. De recentste cijfers over deprivatie bij kinderen bevestigen dat veel kinderen in ons land het dagelijks moeilijk hebben. 12,8% lijdt onder materiële deprivatie: ze moeten dagelijks minstens 3 van 17 items missen die de EU als essentieel beschouwt voor een gezonde en evenwichtige ontwikkeling. Met dat cijfer scoort België slecht in de Europese rangschikking. Er zijn evenwel grote verschillen tussen de regio’s van ons land. Verontrustend is het feit dat kinderen die vooral of uitsluitend bij hun (alleenstaande) moeder wonen vier keer meer risico lopen om gedepriveerd te zijn. 

{Persbericht van de Koning Boudewijnstichting}

Kinderarmoede is een grote maatschappelijke uitdaging met aanzienlijke gevolgen, niet enkel voor de kinderen en hun gezin, maar ook voor de hele samenleving. Om nieuwe invalshoeken voor analyse aan te dragen, publiceert de Koning Boudewijnstichting de resultaten van een nieuwe studie van twee onderzoekers, Anne-Catherine Guiot (LISER) en Wim Van Lancker (KU Leuven), gebaseerd op de recentste gegevens (van 2021). Deze thematiek zal ook centraal staan bij het Europese voorzitterschap van België begin 2024.

Regionale verschillen

Sinds 2018 gebruiken EU-lidstaten, boven op het inkomen van de ouders, een extra indicator om kinderarmoede te meten: de specifieke deprivatie van kinderen. Deze indicator meet de dagelijkse moeilijkheden van kinderen, die kunnen verschillen van die van hun ouders. Hij is gebaseerd op de toegang tot 17 items die als essentieel worden beschouwd voor een gezonde en evenwichtige ontwikkeling van elk kind dat opgroeit in Europa. Eet het elke dag fruit en groenten? Kan het kind soms vriendjes uitnodigen thuis? Is de woning voldoende verwarmd?… Een kind wordt beschouwd als gedepriveerd als het minstens 3 van deze 17 items niet heeft (cfr. infografiek).

In België is 12,8% van de kinderen gedepriveerd, maar er zijn forse regionale verschillen: 21% in Brussel, 17,3% in Wallonië en 8,5% in Vlaanderen. Hoewel de deprivatie bij kinderen sinds 2014 aanzienlijk gedaald is in de hele EU, is de daling veel beperkter in België. Opvallend is dat bepaalde lidstaten, met een lager welvaartspeil (zoals Slovenië, Estland of Kroatië), er beter in slagen om kinderen te beschermen tegen materiële deprivatie dan sommige meer welvarende landen zoals België.

Kinderen met een hoger risico

Sommige kinderen zijn meer blootgesteld aan materiële deprivatie. Het risico is veel groter voor kinderen van wie de ouders

  • geen werk hebben;
  • een beperkt inkomen hebben;
  • laagopgeleid zijn;
  • een woonst huren;
  • uit een niet-EU-land zijn;
  • alleenstaand zijn – en dan vooral alleenstaande moeders.

Veelvuldige gevolgen

· De studie legt een verband bloot tussen deprivatie en gezondheidsproblemen: een gedepriveerd kind loopt drie keer meer risico om niet gezond te zijn. Dit kan gevolgen hebben op korte en lange termijn, wanneer de kinderen volwassen zijn. Gedepriveerde kinderen hebben verhoudingsgewijs ook meer niet-ingevulde medische behoeften.

· Op het vlak van pre-scolaire opvang worden kinderen in deprivatie dubbel gestraft. Ze worden minder vaak opgevangen in kinderopvanginitiatieven zoals crèches, maar ze worden ook minder vaak informeel opgevangen door familieleden.

· Gedepriveerde kinderen wonen vaker in een sociale woning dan niet-gedepriveerde kinderen. Maar met 75% van de gedepriveerde kinderen die vandaag niet in een sociale woning leven, is er nog veel ruimte voor verbetering in de levensomstandigheden van deze kinderen via dit type huisvesting.

Meer deprivatie wanneer moeders er alleen voor staan

Voor het eerst brengt de studie het risico van deprivatie in kaart naargelang de gezinssamenstelling en in het bijzonder, voor kinderen van wie de ouders uit elkaar zijn – een kwart van de kinderen tussen 0 en 17 jaar. Twee derde van hen leeft hoofdzakelijk of uitsluitend bij hun moeder. Kinderen die opgroeien bij alleenstaande ouders (die niet opnieuw een partner hebben) lopen meer risico op deprivatie, maar dat risico is nog hoger wanneer ze bij hun alleenstaande moeder wonennamelijk vier keer hoger. Ter vergelijking: dit risico is 2,5 keer hoger voor kinderen die leven bij hun alleenstaande vader.

Moeders bij wie de kinderen (bijna) uitsluitend verblijven, combineren verschillende vormen van kwetsbaarheid, en dit verhoogt het risico op deprivatie voor hun kinderen. 80% van hen werkt deeltijds, is werkloos of is helemaal niet beschikbaar voor de arbeidsmarkt. Ze hebben dus minder inkomsten, terwijl de kosten voor een gezin en de zorg voor kinderen hoger zijn. Bovendien krijgt 61% van de alleenstaande moeders geen alimentatie van hun ex-partner.

Kinderarmoede is en blijft een verontrustende realiteit, maar ze is niet onontkoombaar. Het inzetten en versterken van gerichte beleidsmaatregelen is een krachtige hefboom om de vicieuze cirkel van de armoede te doorbreken. De studie biedt in dit opzicht verschillende sleutels voor een beter begrip die nuttig kunnen zijn voor beleidsmakers die effectieve structurele maatregelen willen nemen om kinderarmoede te bestrijden.

Perinatale zorg, vroege kinderjaren en geestelijke gezondheid: de sector komt samen om gezinnen beter te helpen

Onder de vlag van Bru-Stars, het Brusselse netwerk voor geestelijke gezondheidszorg voor kinderen en jongeren, is onlangs een nieuwe werkgroep opgericht over perinatale zorg, vroege kinderjaren en geestelijke gezondheid. Het doel is om een aantal professionals, zowel Franstalig als Nederlandstalig, die werkzaam zijn in de perinatale sector in Brussel samen te brengen om na te denken over hoe kennis en expertise efficiënter gedeeld kunnen worden. Het uiteindelijke doel is natuurlijk om gezinnen beter te ondersteunen.

Dit initiatief om een werkgroep op te richten kreeg meer specifiek vorm als onderdeel van het programma Crosslink, dat tot doel heeft de banden te verbeteren tussen professionals die werken rond een of ander thema dat verband houdt met kinderen en geestelijke gezondheid. Het wordt geleid door Caroline Grégoire, klinisch psycholoog bij het mobiel team Perinataliteit en vroege kinderjaren van Bru-Stars.

Doelstellingen van de werkgroep Perinataliteit en vroege kinderjaren

Deze werkgroep werd enkele jaren geleden opgericht, maar zijn activiteiten werden vertraagd tijdens de COVID-19-crisis. Het initiatief werd onlangs hervat en deze keer werd Born in Brussels uitgenodigd om deel te nemen aan de discussies. Uit het rondetafelgesprek bleek een sterke deelname van psychologische beroepen: psychologen, kinderpsychiaters, maatschappelijk werkers van ziekenhuizen met moeder(ouder)/kind afdelingen, enz. Andere professionals vertegenwoordigden kinderdagverblijven, de dienst voor jeugdhulp, een perinataal expertisecentrum, mobiele geestelijke gezondheidszorg interventieteams en ONE.

De doelstellingen van deze werkgroep zijn duidelijk:

  • de uitwisseling en het delen van ervaring en expertise vergemakkelijken tussen professionals op het terrein uit verschillende sectoren op het gebied van perinatale zorg en vroege kinderjaren;
  • de wederzijdse kennis tussen spelers bevorderen;
  • de expertise rond geestelijke gezondheid uitbreiden.

Behoeften en wensen van deelnemers aan deze eerste netwerkvergadering

Hoewel veel van de spelers die aanwezig waren op deze eerste vergadering behoorden tot de wereld van psychiaters en psychologen, wil het programma Crosslink openstaan voor andere disciplines en deskundigen op het terrein. De kwesties die door de deelnemers naar voren zijn gebracht, zijn uiteenlopend en hebben betrekking op sociale, medische en psychologische gebieden. De oorzaken van geestelijke gezondheidsproblemen bij volwassenen en kinderen tijdens de perinatale periode zijn vaak complex en hebben te maken met een aantal onderling samenhangende factoren. Allereerst werd de deelnemers gevraagd om drie bezorgdheden en behoeften, in volgorde van belangrijkheid, in hun dagelijkse praktijk te identificeren.

Netwerken, in kaart brengen, brainstormen…

De meest gekozen thema’s waren het beter leren kennen van de spelers, zowel aan Franstalige als Nederlandstalige kant, een digitale ruimte gewijd aan netwerken en een cartografie van Brusselse organisaties en spelers.

De deelnemers gaven ook aan dat het belangrijk is om beleidsmakers op de hoogte te stellen van de obstakels die de goede werking van hun dagelijkse praktijk in de weg staan en, meer in het algemeen, dat het belangrijk is om na te denken over de sociale en materiële factoren die de geestelijke gezondheid van hun patiënten beïnvloeden.

Naast andere geuite wensen lijkt het belangrijk om het interdisciplinaire karakter van de deelnemers te verbreden en andere eerstelijnsprofessionals uit te nodigen om zich bij het opkomende netwerk aan te sluiten: verloskundigen, huisartsen, kinesitherapeuten, verpleegkundigen of zelfs verantwoordelijken van verenigingen die in contact staan met toekomstige en jonge ouders.

Welke instrumenten om de communicatie te verbeteren?

Aan het einde van de discussies was de vraag hoe het netwerk beter kon communiceren en hun kennis en expertise kon delen. Onder de voorgestelde instrumenten:

  • de werkgroepen;
  • de opleidingen;
  • de intervisie;
  • een cartografie van de spelers.

Een woordje over Bru-stars

Aan het hoofd van deze werkgroep: Bru-Stars. Dit Brusselse netwerk voor geestelijke gezondheidszorg voor kinderen en jongeren werd opgericht als onderdeel van het nieuwe beleid voor geestelijke gezondheidszorg. Het heeft zich sinds de COVID-19-crisis sterk ontwikkeld en is op verschillende fronten actief (waaronder het al genoemde programma Crosslink). Maar zijn belangrijkste doel is om ondersteuning te bieden aan kinderen en jongeren, maar ook aan (toekomstige) ouders. Interdisciplinaire mobiele teams verplaatsen zich door heel Brussel, vooral in crisissituaties, maar ook voor een follow-up van maximaal een jaar. Het is nooit de persoon zelf die contact opneemt met de dienst, maar altijd de huisarts, de specialist, het ziekenhuis, de school … De psychologen van Bru-Stars zijn het eerste aanspreekpunt voor dringende psychologische zorg. Patiënten (of hun ouders) kunnen vervolgens een beroep doen op een andere psycholoog voor een follow-up op langere termijn (gemakkelijk te vinden op het nieuwe PsyBru platform).

 

→ Ben je een perinatale professional die geïnteresseerd is in deelname aan het programma Crosslink – Werkgroep Perinataliteit en vroege kinderjaren? Neem dan contact op met Caroline Grégoire van Bru-Stars: c.gregoire@bru-stars.be of haar collega Jessy Poels j.poels@bru-stars.be 

Getuigenis van een vermoeide jonge moeder: “Ik heb een slaapcoach ingeschakeld”

De nachtrust van de baby is een van de belangrijkste kwesties waar kersverse ouders over praten. In de eerste levensmaanden, en soms nog langer, worden ze allemaal geconfronteerd met slapeloze nachten die gevolgen kunnen hebben voor hun gemoed, hun relatie, hun sociale leven, hun werk, enz. Het is daarom essentieel om de kwestie te onderzoeken en, indien mogelijk, oplossingen te vinden om de situatie te verbeteren. Dat is wat Élise (schuilnaam), mama van een meisje van 21 maanden, probeerde te doen door contact op te nemen met een slaapcoach. Hieronder lees je haar getuigenis die plaatsvond in het rustige bureau van Born in Brussel.

“Ik ben zo uitgeput, ik weet niet eens wat ik moet zeggen!” begint Élise voordat ze haar concentratie terugvindt en uitlegt hoe ze in contact is gekomen met een slaapcoach om haar baby te helpen beter te slapen. “Afgelopen maand april begon ik aan een nieuwe baan. Mijn dochter was 15 maanden oud en sliep ‘s nachts nog steeds niet door. Ik realiseerde me dat ik niet door kon gaan met zulke onrustige, korte nachten. Verschillende vriendinnen hadden al slaapcoaches gebeld en ik was geabonneerd op verschillende Instagram-accounts over dit onderwerp (@ododobebe, @feedodo_specialiste_sommeil_bb…), die een schat aan informatie zijn. Maar in het begin was ik een beetje wantrouwig, vooral over de methodes van sommige coaches die erop staan om het kind te laten huilen zonder het zelfs maar gerust te stellen, wat voor mij onvoorstelbaar is. Ik wilde mijn kind liever rustig begeleiden. Ik heb dus lang rondgekeken en kwam uiteindelijk op aanraden van een vriendin terecht bij een Nederlandse coach die in Frankrijk woont en die erkend is als ‘Gentle Sleep Coach’, wat me geruststelde over de zachte aanpak die ik zocht.

“Dankzij de begeleiding konden we samen betere rituelen vinden om te implementeren”

“Mijn partner en ik namen contact op met deze coach en meteen kregen we ons eerste gesprek via WhatsApp om elkaar te ontmoeten en onze verwachtingen te bepalen”, vervolgt de jonge moeder. Ze stelde ons heel wat vragen over onze gezinscontext, de indeling van de kamers in huis, de slaap van onze dochter, onze gewoontes… Daarna stuurde ze ons een op maat gemaakt ‘slaapplan’ en een ‘slaapdagboek’. Over een periode van drie weken werden we gevraagd om een Excel-spreadsheet in te vullen met onze dagelijkse routine, het aantal keren dat we wakker werden, hoe lang we in slaap vielen, het aantal voedingen, enz. De voorgestelde methode hielp enorm: na het ritueel van in bad gaan, voorlezen en de co-ouder een kus geven, moesten we de kleine in haar bedje leggen, naast haar blijven, haar oppakken en weer neerleggen als dat nodig was, totdat ze in slaap viel. De volgende dagen was het de bedoeling om beetje bij beetje verder weg te gaan, tot achter de deur te verdwijnen. Dit werkte in het begin heel goed.

“Om dit op de lange termijn te laten werken, heb je veel mentale wilskracht nodig!”

Hoewel de coaching in het begin gunstig was voor Élise en haar partner, duurde het geen twee maanden voordat het leven weer zijn gang ging. Een vakantie, een ziekte… en de gewoontes keren snel terug. Haar baby slaagt er zelfs in om aan het begin van de avond een paar uur in haar eigen bedje in slaap te vallen, maar wordt dan wakker om te voeden en de nacht voort te zetten in het bed van haar moeder, net als voor de coaching. “Dit alles om te zeggen dat dit soort methode heel goed en heel snel werkt, maar dat je, om de ‘juiste weg’ te blijven volgen en om het op de lange termijn te laten werken, veel mentale wilskracht en onophoudelijke discipline nodig hebt”, benadrukt de jonge moeder, die toegeeft dat dit bij haar niet het geval is.

Als het schuldgevoel toeslaat…

“Het is soms moeilijk om om je heen te kijken en te zien dat andere kinderen ‘s nachts doorslapen, dat andere ouders er niet voor hebben hoeven vechten… Je vraagt je af wat je fout zou hebben gedaan,” zegt Élise een beetje neerslachtig. Ze vervolgt: “Maar dan zeg ik tegen mezelf dat ik stop met het nastreven van een ideaal en de situatie accepteer zoals die is. Ik weet dat we elke dag veranderen en ik wil mijn dochter vertrouwen, zonder me voortdurend schuldig te voelen… Want in sommige culturen is het bijvoorbeeld normaal om met je kind naar bed te gaan.

“Ik heb er geen spijt van dat ik een coach heb ingeschakeld, want je moet nooit aarzelen om hulp te vragen!”

De ene baby is de andere niet en het is inderdaad essentieel om je eigen kind te begrijpen zonder het systematisch met anderen te vergelijken. Zoals de jonge moeder zegt: “Mijn dochter zal op een dag steeds beter slapen, en dat zal zo lang duren als nodig is. Op dit moment zitten we in een soort tussenfase, halverwege tussen voor en na de coaching. Ik voel me nog vaak uitgeput, maar gelukkig gaat het beetje bij beetje beter, mede dankzij de coaching, waardoor ik en mijn man ook een beter team zijn gaan vormen. Daarom heb ik er geen spijt van dat ik naar een coach ben gegaan, want je moet nooit aarzelen om hulp te vragen!” In feite zijn er veel manieren waarop ouders hulp kunnen krijgen, van vrienden en familie, een kinderarts, een verloskundige, een coach, een community van moeders op sociale netwerken… En vooral, door te beseffen dat ze er niet alleen voor staan.

Een paar tips om baby’s beter te laten slapen

Tot slot volgen hier een paar “slaaptips” van Élise, die ze vooral tijdens haar coachingsessies heeft geleerd:

  • Zorg goed voor jezelf en ontspan zodat je je stress niet doorgeeft aan je baby.
  • Maak een avondritueel: bad, massage, lezen, knuffelen, enz.
  • Pas een zachte methode toe die gebaseerd is op het luisteren naar en respecteren van de behoeften van je kind, stel hem gerust als hij huilt.
  • Vraag hulp aan familie en vrienden of professionals op het gebied van jonge kinderen.
  • Vergelijk de ene situatie niet met de andere: elk kind is anders!
  • Voel je niet schuldig als ze niet uit zichzelf in slaap kunnen vallen en neem indien nodig contact op (via sociale netwerken) met andere ouders die ook hun kinderen in slaap brengen, ergens ter wereld.
  • En vooral: feliciteer jezelf met elk beetje vooruitgang dat je boekt en vertrouw op het natuurlijke ritme en de ontwikkeling van je baby; hij zal uiteindelijk ‘s nachts doorslapen.

 

Een gesprek door Sofia Douieb

AUGUSTUS 2023 – WELKOM BIJ SAMUEL IN HET BIB TEAM!

Samuel Walheer werkt sinds 1 augustus 2023 bij het Observatorium voor Gezondheid en Welzijn, en meer bepaald bij Hospichild / Born in Brussels.

Zijn profiel, zijn achtergrond en zijn interesses heeft hij ons als volgt beschreven:

“Met een artistieke en sociale aanleg werk ik sinds mijn 17 jaar in het jeugdwerk. Na het behalen van een bachelordiploma in grafische kunsten en wat ervaring op het vlak van gehandicaptenzorg, kwam ik terecht als A1 gespecialiseerd opvoeder.

Hierdoor kon ik een baan vinden als begeleider in een school met positieve discriminatie en een kansarm publiek. Tegelijkertijd behaalde ik mijn Master in Arbeidswetenschappen.

Na 6 jaar lonende onderwijservaring was ik toe aan verandering en een uitdaging.

Ik hou van reizen, koken, fotografie en alles wat met creativiteit te maken heeft.

Sport is een noodzaak. “Good vibe only” & “het glas is halfvol” zijn mijn mantra’s.

Sinds anderhalf jaar ben ik een gelukkige vader, een zonnestraaltje dat mijn dagelijks leven opvrolijkt en eventuele grijze zones inkleurt.”

Week van de Borstvoeding: honderden moeders gaven “in verbinding” borstvoeding in heel België

Begin augustus stond in het teken van de Wereldborstvoedingsweek. Het thema dat de WGO en Unicef dit jaar kozen: “Borstvoeding en werken? Het kan!” In België werd de derde editie van “Voeden in Verbinding” gelijktijdig gehouden op 21 verschillende locaties, waar honderden moeders samenkwamen om op hetzelfde moment borstvoeding te geven. Het doel? Borstvoeding in de kijker zetten en het publieke bewustzijn over dit onderwerp vergroten.

Borstvoeding is uitstekend voor de gezondheid van je baby. Moedermelk bevat namelijk heel wat antilichamen om de immuniteit (afweer tegen ziektekiemen en infecties) te helpen versterken, en ook vitaminen en mineralen die nodig zijn voor de groei. De voordelen van moedermelk zijn ruimschoots aangetoond, maar de vooruitgang in de samenstelling en productie van poedermelk mag ook niet worden onderschat. Moeders moeten zich vrij voelen en met een gerust hart kunnen kiezen of ze al dan niet borstvoeding willen geven.

“Voeden in Verbinding” op 21 locaties tegelijk

De eerste editie van “Voeden in Verbinding” of “Nourrissons Ensemble” vond plaats in 2021. Het is een wereldwijde campagne die het bewustzijn rond borstvoeding wil vergroten en ervoor moet zorgen dat niemand nog raar opkijkt wanneer het gebeurt in het openbaar. Bewustmaken dus, en dat doe je nog altijd het best door iedereen op grote schaal te laten wennen aan het idee. Honderden moeders kwamen daarom samen om borstvoeding te geven en met elkaar in contact te komen. Dit jaar namen 21 locaties tegelijk deel in Vlaanderen, in Brussel en voor het eerst ook in Nederland!

De voornaamste doelstellingen van deze actie zijn:

  • ouders die borstvoeding geven met elkaar in contact brengen zodat ze hun ervaringen met elkaar kunnen delen;
  • de zichtbaarheid van borstvoeding in het openbaar vergroten,
  • de schoonheid van borstvoeding vieren, delen en in de kijker zetten.

Brussels evenement in de Gare Maritime

“Borstvoeding geven is vaak een van de moeilijkste en mooiste uitdagingen die je in je leven tegenkomt. Je leert het door het zelf te doen, maar ook door te kijken naar anderen. Daarom hopen we met onze jaarlijkse campagne de zichtbaarheid van borstvoeding te vergroten”, vertelden de organisatoren van ‘Voeden in Verbinding’ aan Bruzz tijdens het Brusselse evenement in de Gare Maritime.

Meer informatie op de website: www.voedeninverbinding.be

↓ De video van Bruzz over het evenement in de Gare Maritime

“Borstvoeding en werken? Het kan!”

Unicef en de WGO hebben voor de Wereldborstvoedingsweek “Borstvoeding en werken? Het kan!” gekozen als thema. In een verklaring benadrukken de twee organisaties “dat het noodzakelijk is om de ondersteuning van borstvoeding op alle werkplekken te versterken en zo de wereldwijde vooruitgang op het gebied van borstvoeding te behouden en aan te moedigen”. Ze willen het percentage moeders die borstvoeding geven, verhogen tot 70% in 2030. “Ondersteuning op de werkplek speelt hierbij een belangrijke rol. Bewijs toont dat het aantal moeders die borstvoeding geven aanzienlijk daalt wanneer ze weer aan het werk moeten, maar deze trend kan worden omgekeerd door moeders te helpen borstvoeding te blijven geven op de werkplek”.

Mag je je werk onderbreken om borstvoeding te geven of om moedermelk af te kolven?

Alternatieven of problemen door borstvoeding

Sommige moeders hebben twijfels over de hoeveelheid of de kwaliteit van hun melk. Ze vrezen dat ze niet aan de behoeften van hun baby zullen voldoen en beslissen daarom soms kortweg te stoppen met de borstvoeding. Andere vrouwen hebben eerder lichamelijke problemen: ingetrokken of pijnlijke tepels, erg gezwollen borsten, enz. Die problemen belemmeren hen om hun baby rechtstreeks aan de borst te voeden. In die gevallen zijn er alternatieven, zoals handmatige of elektrische borstkolven. Hoe dan ook, lactatiekundigen staan klaar om je te helpen, ook nadat je weer thuis bent: de PEP’s (Partenaire Enfants-Parents) van ONE, de lokale verpleegkundigen van Kind & Gezin, je verloskundige, La Leche League Belgique, enz. En als je liever om de een of andere reden geen borstvoeding geeft, voel je dan niet schuldig en luister naar jezelf. Jouw welzijn is net zo belangrijk als dat van je baby.