Wie zijn de actoren in de geestelijke gezondheidszorg en wat doen ze?

Eerstelijnszorg, psycholoog, neuropsycholoog, psychiater, kinderpsychiater, psychomotorisch therapeut, liaisonpsycholoog, mobiel bijstandsteam, … Al die termen kunnen verwarrend zijn. Deze woordenlijst helpt je op weg.

  • Verslaving: afhankelijkheid of gewenning van een persoon aan een giftige stof zoals alcohol, tabak, drugs, maar ook videospelletjes, gokken of sociale netwerken.
  • Begeleidingscentrum: een centrum voor geestelijke gezondheidszorg voor kinderen, jongeren en volwassenen met psychologische, relationele of psychiatrische problemen. Je kan er terecht voor een diagnose, evaluatie en behandeling. Sommige centra zijn meertalig.
  • Geconventioneerd: een zorgverlener zoals een arts, kinesitherapeut, tandarts, verloskundige, enz. die honoraria in rekening brengt volgens de overeenkomst met het RIZIV noemen we geconventioneerd. Je betaalt dan alleen het remgeld, of het verschil tussen het door het ziekenfonds vergoede bedrag en de honoraria in de overeenkomst.
  • Mobiel bijstandsteam: bestaat uit psychologen en andere professionals zoals maatschappelijk assistenten, (kinder)psychiaters en sociaal verpleegkundigen. Ze verlenen zorg aan huis aan patiënten die snel hulp nodig hebben. Daarna kunnen ze de zorgverlening overdragen aan een psycholoog of dienst voor geestelijke gezondheidszorg.
  • Neuropsycholoog: gespecialiseerd in de werking van de hersenen en kan aan de hand van observaties bepaalde cognitieve stoornissen vaststellen (rond leren, begrip, enz.).
  • Kinderpsychiater: gespecialiseerd in psychologische stoornissen bij kinderen en jongeren.
  • Perinatale zorg: focust op de periode rond de geboorte.
  • Eerstelijnszorg: het eerste contactpunt van patiënten voor zorgverlening. Denk aan een huisarts, psycholoog, thuisverpleegkundige, kinesitherapeut of een medisch huis of apotheek. Een ziekenhuis wordt daarentegen als tweedelijnszorg beschouwd.
  • Psychiater: een arts gespecialiseerd in geestelijke gezondheid die een diagnose stelt, behandelt en psychisch lijden en geestelijke gezondheidsproblemen probeert te voorkomen.
  • Psycholoog: een professional met een universitair diploma psychologie die psychologische stoornissen behandelt.
  • Liaisonpsycholoog: vergemakkelijkt de communicatie tussen zijn of haar patiënten en het zorgteam in een ziekenhuis of instelling of externe zorgverleners.
  • Psychomotorisch therapeut: helpt je te begrijpen hoe je geest en lichaam samenwerken, fijne motorische vaardigheden te verwerven, je aandachtsspanne te verbeteren, je oriëntatie in ruimte en tijd te ontwikkelen, enz.
  • Ambulante dienst: hier omvat het zorgaanbod onderzoeken, behandelingen en consulten waarvoor geen ziekenhuisopname nodig is.
  • Crisissituatie: een episode die met diverse symptomen kan samengaan en die vereist dat een professional in de geestelijke gezondheidszorg een aanpak adviseert en een psychiatrische noodsituatie voorkomt.
  • Noodsituatie: een situatie waarin een onmiddellijk gevaar dreigt of levensbedreigend risico bestaat waardoor een snelle opname in een psychiatrische eenheid noodzakelijk is.
  • Psychologische ondersteuning: kan individueel of in groep met andere patiënten worden geboden, eenmalig of op langere termijn.
  • Psychologische behandeling: psychotherapie of behandeling met psychologische middelen na regelmatige gesprekken met een psycholoog. De duur van die behandeling varieert naargelang van de behoeften van de patiënt.
  • Ouder-babyunit: een ziekenhuisdienst waar ouders en hun baby zich veilig kunnen voelen in geval van postnatale depressie, angststoornissen of andere psychologische en psychiatrische problemen in de relatie met hun kind. De zorgverleners observeren de relatie tussen ouders en hun kind, helpen die te versterken en bieden ondersteuning bij het ouderschap.