Het agentschap Opgroeien – dat zich bezighoudt met kindergezondheid in het Vlaams Gewest – publiceerde onlangs enkele verontrustende cijfers over kinderarmoede. Uit die cijfers, die kenbaar werden gemaakt door het dagblad De Morgen, blijkt dat maar liefst 25.000 baby’s en kinderen jonger dan drie jaar in armoede leven in Vlaanderen. Dat cijfer is op twintig jaar tijd meer dan verdubbeld. Door de aanhoudende toename van het cijfer spreken experts zelfs van een alarmerende evolutie. Erger nog: dit zou schadelijke gevolgen hebben voor de algemene ontwikkeling van heel jonge kinderen.
Ter herinnering: volgens een rapport van Innocenti, het wereldwijd onderzoeks- en prognosecentrum van UNICEF, bedroeg de inkomensgerelateerde kinderarmoede tussen 2019 en 2021 14,9%. Hoewel het Vlaamse percentage met 7,3% lager ligt dan het Brusselse en Waalse, stijgt het nog elk jaar. Het gezinsinkomen heeft een onvermijdelijke invloed op hun levensstijl en leefomgeving. Vlaams minister van Armoedebestrijding Benjamin Dalle liet er geen twijfel over bestaan tijdens zijn interview met het RTBF-journaal: “De cijfers tonen aan dat veel kinderen opgroeien in een kansarme omgeving, dat er beleidsinspanningen nodig zijn en dat elke dakloze of slecht gehuisveste persoon er één te veel is, maar dat de impact nog schadelijker is voor jongeren en kinderen“.
Toenemende armoede in Vlaanderen
Een gezin wordt als arm beschouwd als het onder de armoedegrens leeft. In 2021 was die vastgesteld op 1.366 euro voor een alleenstaande. Voor een huishouden van twee volwassenen en twee kinderen bedraagt die 2.868 euro per maand. Volgens het Vlaamse agentschap Opgroeien moet men de leefomstandigheden van een kind bekijken om te bepalen of het een risico op armoede loopt. Die leefomstandigheden worden beoordeeld aan de hand van zes indicatoren: beschikbaar maandinkomen, opleidingsniveau en beroepssituatie van de ouders, stimulatieniveau, huisvesting en gezondheid. Na de geboorte van een kind bezoeken de teams van Kind & Gezin de meeste nieuwe ouders. Op basis van hun rapporten moet dan, aan de hand van criteria, gekeken worden of het kind een onvoldoende resultaat scoort om zijn armoede te beoordelen. In Vlaanderen leeft één kind op tien in armoede. Volgens cijfers van het agentschap Opgroeien, die ingewonnen werden door de krant De Morgen, groeien in Vlaanderen 24.830 baby’s en peuters van drie jaar of jonger op in armoede. Dat is 12,6% van alle kinderen van die leeftijdscategorie.
“We moeten dit probleem op verschillende vlakken trachten aan te pakken.”
“Armoede heeft een impact op veel andere rechten, zoals gezondheid, onderwijs en vrije tijd,” legt kinderrechtencommissaris Caroline Vrijens uit aan de krant De Zondag. “In de moeilijkste gevallen zien we vaak een armoedeprobleem. We moeten dit probleem op verschillende vlakken trachten aan te pakken. Mensen moeten voldoende financiële middelen hebben om de eindjes aan elkaar te kunnen knopen en goed voor hun kinderen te kunnen zorgen in een thuis waar het goed leven is.” Algemeen afgevaardigde voor de rechten van het kind Solayman Laqdim beschrijft in een interview met de RTBF de bittere armoede waarin sommige kinderen leven als volgt: “Er wordt veel gepraat over kinderarmoede en ik wil benadrukken dat die hand in hand gaat met armoede bij ouders … Het gaat immers niet echt om arme kinderen: dit zijn kinderen die in een arm gezin leven. Op de lange termijn kan armoede een impact hebben op verschillende vlakken: ontwikkeling, scholing, fysieke en geestelijke gezondheid, carrièrevooruitzichten en zelfs levensverwachting.”
Een indicator om specifieke deprivatie bij kinderen te meten
“In haar persbericht van 18 oktober deelde de Koning Boudewijnstichting de laatste studie die ze liet uitvoeren naar kinderarmoede en meer bepaald naar wat men deprivatie noemt”, vervolgt de algemeen afgevaardigde voor de rechten van het kind. “Sinds 2018 gebruiken de EU-lidstaten naast het inkomen van de ouders een bijkomende indicator om kinderarmoede te meten: de specifieke deprivatie van kinderen. Die indicator meet de moeilijkheden die de kinderen op dagelijkse basis ervaren. Die kunnen verschillen van die van hun ouders.”
→ Lees het artikel over deze studie – Kinderarmoede: nieuwe invalshoeken voor analyse bij de Koning Boudewijnstichting
Hoe kunnen we het tij keren ?
Afgelopen juli trok de Vlaamse regering 7 miljoen euro uit voor de strijd tegen kinderarmoede. Het hoofddoel daarbij was om de lokale samenwerking in de strijd tegen dit groeiende probleem uit te breiden. Onlangs werd een projectoproep uitgeschreven om lokale partnernetwerken op te zetten, die loopt van 1 december 2023 tot 30 november 2025. Minister van Jeugd Benjamin Dalle (cd&v) huldigt het initiatief, maar tempert ook zijn enthousiasme bij zijn gesprek met het RTBF-journaal: “Vandaag de dag nemen verschillende instanties en organisaties goede initiatieven op lokaal niveau, maar op het vak van samenwerking valt er nog vooruitgang te boeken.” De nieuwe algemeen afgevaardigde voor de rechten van het kind, Solayman Laqdim, zegt dan weer het volgende tegen RBTF: “Als we het tij willen keren, moeten we ingrijpen op het niveau van zowel de instellingen als de sociale omgeving van kinderen. Om actie te kunnen ondernemen, moeten we een allesomvattende denkoefening houden over alle bevoegdheden en veel verder kijken dan enkel de persoonsgebonden aangelegenheden van de Franse Gemeenschap”.
Grondleggers van verandering
Hieronder vind je enkele organisaties die zich bezighouden met de strijd tegen kinderarmoede in België. Worden zij echte grondleggers van verandering ?
- UNICEF Belgique
- Le Kinderarmoedefonds (Fonds de lutte contre la pauvreté infantile)
- Le Commissariat aux Droits de l’Enfant de la Communauté flamande (Kinderrechtencommissariaat)
- Pelicano Fondation contre la pauvreté infantile
- Infino, une caisse d’allocations familiales durable et responsable
- L’asbl “Rise for Kids”
Tekst : Samuel Walheer