In een onlangs gepubliceerd onderzoek bij 21 moeders en een tiental professionals uit de perinatale sector, roept de Ligue des familles op tot ‘steun aan vrouwen die net bevallen zijn’. Het onderwerp: de post-partumperiode zoals moeders die ervaren.
Los van het rooskleurige beeld dat de media soms schetsen, moet men goed beseffen dat de periode na de bevalling soms moeilijk kan verlopen voor de moeders. Dit onderzoek van de Ligue des familles naar hun ervaringen, behoeften en verwachtingen, leidde tot een reeks aanbevelingen. Maar eerst: wat is de postnatale periode en waarom wordt het steeds moeilijker om ermee om te gaan?
Geen echte definitie van postpartum
De definities van de WHO, ONE en verschillende specialisten over postpartum en vooral over de duur van de postpartumperiode verschillen sterk. Voor de WHO loopt de periode vanaf het moment dat moeder en kind de verloskamer verlaten tot zes weken na de geboorte. Voor anderen zou ze tot zes maanden duren. Voor nog anderen is elke postpartum uniek.
De periode betekent een ware ommekeer voor alle moeders. Na de komst van het kind moeten zij hun dagelijkse leven helemaal opnieuw inrichten: nachtrust, huishoudelijke taken, gezinsleven en beroepsleven. Behalve hun lichaam, zwaar belast door negen maanden zwangerschap en de bevalling, worden ook hun zenuwen op de proef gesteld. Daarom is het essentieel om rekening te houden met zowel de fysieke als de psychologische aspecten van de postpartumperiode.
Postpartum mag niet worden verward met postpartumdepressie, waarvoor speciale zorg nodig is. Deze depressie treft bijna 30% van de vrouwen na een bevalling. Een ernstig probleem met mogelijks dramatische gevolgen voor gezinnen, pasgeboren kinderen en moeders.
Steeds kortere kraamverblijven
Tegenwoordig bevalt 98,8% van de vrouwen in het ziekenhuis en verblijft daar 2 tot 3 dagen. Zo daalde de gemiddelde verblijfsduur op kraamafdelingen van 4,4 dagen in 2010 tot 2,8 dagen in 2019. Om dit te compenseren doen veel moeders een beroep op vroedvrouwen die hen thuis bezoeken, raadplegen ze hun gynaecoloog, maken ze gebruik van postnatale kine, of vragen ze zelfs hun ziekteverzekering om thuishulp.
Dergelijke ondersteuning is evenwel niet systematisch en wordt zelden ruim van tevoren gepland. Veel vrouwen weten niet eens waarop zij recht hebben of welke vergoedingen zij kunnen krijgen. Zo profiteren mensen uit bevoorrechte milieus, die over het algemeen beter geïnformeerd zijn, van een betere follow-up, terwijl mensen in meer precaire situaties vaak aan hun lot worden overgelaten.
Uit de studie van de Liga blijkt ook dat moeders die in Brussel of in Wallonië bevallen, niet dezelfde behandeling krijgen. Zo bestaat in Vlaanderen, maar ook in Nederland, de ‘kraamzorg’ uit het verlenen van praktische en psycho-affectieve steun aan jonge ouders in de postnatale periode. In Brussel is er een ‘Expertisecentrum kraamzorg’ dat moeders helpt, ongeacht hun afkomst of taal.
Andere Europese landen gaan verder
In Nederland biedt de ‘Zorgverzekeringswet’ moeders de mogelijkheid om thuis moederhulp te krijgen. De verzekering maakt deel uit van de verplichte ziektekostenverzekering en is dus toegankelijk voor alle moeders. Zo’n 95% van de Nederlandse moeders maakt er gebruik van! Daarnaast hebben Nederlandse moeders recht op 9 bezoeken van elk 3 of 4 uur door een kraamverzorgster, vanaf de 6de maand van de zwangerschap tot drie maanden na de geboorte.
Het Verenigd Koninkrijk en Zweden bieden ook een betere postnatale follow-up. Hoewel de Engelse moeders gemiddeld slechts 1,6 dagen in de kraamkliniek verblijven, kunnen zij rekenen op opvolging en continue zorg. Het zijn vooral de verloskundigen die ‘midwife led antenatal care’ verlenen. Bij complicaties of eerdere problemen, neemt een verloskundige het over. De moeder krijgt het bezoek van een perinatale zorgverlener, zodra zij terugkeert van de kraamafdeling, met niet minder dan 7 bezoeken in de daaropvolgende 10 dagen. Het systeem wordt afgerond met een bezoek van de behandelend arts en een laatste controle, 6 tot 8 weken na de geboorte.
In Zweden worden moeders gevolgd door verloskundigen in de kraamkliniek of door een speciaal team bij vroegtijdig ontslag. Een webplatform geeft de moeders toegang tot informatie en diensten rond gezondheid en zorg, en biedt hen de mogelijkheid contact op te nemen met de verloskundigen. Daarnaast bieden de ouderschapscentra steun aan door middel van ondersteunings- en voorlichtingsgroepen onder leiding van kinderverpleegkundigen. De bijeenkomsten vinden plaats in een centrum dat gezondheidszorg voor moeders, pediatrische consulten en zelfs een kinderdagverblijf voor kinderen van 12 tot 60 maanden omvat. Een uitgebreid opvoedingsprogramma vergemakkelijkt de empowerment van de Zweedse moeders en jonge ouders.
Welke oplossingen bestaan er voor een betere post-partumopvolging?
Op basis van haar onderzoek stelt de Ligue des familles een aantal oplossingen voor om de opvolging van moeders na de bevalling te verbeteren:
- Het grote publiek bewust maken van postpartum.
- Vrouwen, partners en gezinnen tijdig informeren.
- Een duidelijk en samenhangend beleid voeren op het gebied van toezicht, zodat het soepel en goed gecoördineerd verloopt.
- Voorzien in mogelijke bijstand door een gespecialiseerde gezinshelper, zoals het geval is bij de ‘kraamzorg’ in Vlaanderen en Nederland.
- Verlengen van het co-ouderschapsverlof – en noem het niet langer ‘verlof’, maar zoek een andere naam!
- Verlengen van het zwangerschapsverlof – en noem het ook geen verlof meer!
- Moeders mogelijkheden bieden om samen te komen in praat- en hulpgroepen, zodat zij hun ervaringen met elkaar kunnen delen.
Het studieverslag van de Ligue des familles kan je je hier raadplegen.
Nuttige litteratuur
- Anne Marleen Meulink, Postpartum depressie, depressief na een bevalling: oorzaken, gevolgen en adequate ondersteuning, 2015, Uitgeverij SWP
- Quitra Rijnders, Er was eens een zwarte wolk… , 2016, Uitgeverij Palmslag
- Tilda Timmers, Toen kreeg ik weer lucht – Handboek voor moeders zonder roze wolk, 2022, Uitgeverij Bigbusiness publishers
- Renske Tjoelker, Hoezo roze Wolk?! – herkenning en houvast voor moeders met een grijze work, 2013, Uitgeverij Scriptum