Onderzoekers van Brussels IVF, het centrum voor reproductieve geneeskunde van het UZ Brussel, voerden onlangs een studie uit naar eiceldonatie. Daarvoor stuurden ze een anonieme, digitale enquête naar jonge vrouwen van 21 tot 30 jaar die in België wonen. Uit de resultaten blijkt dat een op de vijf vrouwen bereid is om eicellen te doneren. Het onderzoek wijst op een aantal andere factoren, zoals de organisatie van voorlichtingsprogramma’s om de bewustwording en transparantie te vergroten en duidelijke wetgeving om de anonimiteit van donoren, wensouders en kinderen te beschermen.
Over het algemeen stijgt de vraag naar eicellen van donoren omwille van de menopauze, een genetisch probleem of een hogere leeftijd. Het aanbod volgt die trend echter niet en blijft laag. Hoe komt dat? Ligt het aan de meer invasieve procedure (in vergelijking met spermadonatie), een gebrek aan kennis, of door mogelijke gevolgen voor de geestelijke gezondheid? De resultaten van het onderzoek, die gepubliceerd werden in het Journal of Assisted Reproduction and Genetics, geven een vrij duidelijk antwoord op alle mogelijke vragen van toekomstige donoren. Het onderzoek was verbonden aan de masterproef van Britt Schoonjans. Ze studeerde aan de Universiteit Antwerpen om een master in de verpleeg- en vroedkunde te behalen in het kader van haar functie als hoofdvroedvrouw in het UZ Brussel (Brussels IVF).
Waarom is het aanbod zo laag?
Zoals vermeld blijft het aanbod laag, terwijl de vraag naar eicellen bij wensouders toeneemt. Volgens de studie gaf 19% van de vrouwen aan eicellen te willen doneren. 39% twijfelde omwille van de anonimiteit van de donatie. 52% van de respondenten was bezorgd over het ontbreken van garanties rond anonimiteit op lange termijn. Als het gaat om een donatie aan bekende wensouders, zijn de antwoorden anders: 41,2% zei ja, 26% zei nee en 33% wist het niet zeker. Anonimiteit speelt dus waarschijnlijk een belangrijke rol bij de beslissing om al dan niet eicellen te doneren. Daarnaast toonden de resultaten aan dat veel deelnemers positief stonden tegenover het delen van hun identiteit met de wensouders, op voorwaarde dat ze het contact met de kinderen of de ouders konden beperken of weigeren. 13% van de deelnemers zou ingaan op een contactverzoek van de wensouders en slechts 9% op een contactverzoek van het kind zelf.
Solidariteit is het sleutelwoord
De belangrijkste motivatie voor eiceldonatie bleek solidariteit. 86,6% van de deelnemers wou gewoon anderen helpen of voelde empathie voor koppels met een kinderwens in hun netwerk. Er waren nog twee andere factoren die de bevraagden belangrijk vonden: ondersteuning en begeleiding. Eicellen doneren is niet iets dat je zomaar doet. Het is een persoonlijke, weloverwogen keuze. De deelnemers van de enquête vonden het belangrijk om ondersteuning te krijgen voor, tijdens en na het proces. Bijna 69% zei psychologische ondersteuning nodig te hebben bij een donatie. Eventuele voordelen zoals een onkostenvergoeding of gratis medische opvolging speelden amper een rol.
“Met deze bevindingen willen we niet alleen de kennis over eiceldonatie vergroten, maar ook de psychologische aspecten van donorschap onder de aandacht brengen. De resultaten van de studie laten zien hoe belangrijk het is om wereldwijd voorlichtingsprogramma’s op te zetten die meer bewustzijn en openheid creëren over eiceldonatie”, verduidelijkt Britt Schoonjans, hoofdvroedvrouw en onderzoeker.
Informatie over het onderzoek
Het kwantitatieve onderzoek vond plaats van februari tot april 2023. 390 vrouwen zijn aan de vragenlijst begonnen en 352 van hen hebben alle vragen beantwoord. Over de deelnemers van het onderzoek weten we het volgende:
- de gemiddelde leeftijd was 25,2 jaar;
- 77,9% was blank;
- 88,7% was heteroseksueel;
- twee derde had een partner: 7,2% was getrouwd, 36,2% woonde samen en 24,9% woonde niet samen;
- een derde was alleenstaand;
- het opleidingsniveau was hoog: 45,9% had een bachelordiploma en 38,7% een universitair diploma.
Samuel Walheer