In het Brussels Gewest kan de kinderbijslag worden betaald door een van de vijf kinderbijslagfondsen, afhankelijk van uw keuze. Een daarvan is openbaar, Famiris, dat deel uitmaakt van Iriscare (Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van Brussel-Hoofdstad – (GGC)), terwijl de andere vier particuliere fondsen zijn.
U kunt dus kiezen uit vijf kinderbijslagfondsen, één openbare en vier particuliere:
- Famiris : openbaar fonds in het Brussels Gewest
- Infino
- Kidslife
- Brussel Familie Familie Brussel
- Parentia
De keuze van een kinderbijslagfonds
Allereerst moet u weten dat alle fondsen wettelijk verplicht zijn u op dezelfde betaaldatum het bedrag uit te betalen waar u recht op heeft. Dit betekent dat de verschillende uitkeringen van fonds tot fonds identiek zijn.
Uw keuze kan gebaseerd zijn op verschillende criteria, zoals de nabijheid van een filiaal bij u thuis, of het gemak om hen via verschillende kanalen te bereiken. Of zelfs de specifieke kenmerken van elk familie-uitkeringsfonds, zoals hun betrokkenheid bij activiteiten op het gebied van maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO), hetzij op milieu-, sociaal of maatschappelijk gebied. Wij raden u aan hun respectieve websites te raadplegen om een weloverwogen keuze te maken.
Wat is de rol van de kinderbijslagfondsen?
Zij zijn verantwoordelijk voor verschillende taken. Ten eerste betalen zij u kinderbijslag voor uw kinderen en een eventuele toeslag, bijvoorbeeld als uw kind gehandicapt is.
De tweede taak van een kinderbijslagfonds is de opvolging van uw dossier. En de derde is u correct te informeren over uw rechten en u toegang te geven tot uw dossier zodat u het kunt wijzigen.
Drie subsidies toegekend
Deze steun wordt minstens betaald tot uw kind 18 jaar oud is, zonder voorwaarden. Daarna kan de steun, afhankelijk van de situatie van het kind, worden toegekend tot het kind 25 jaar oud is.
- De geboorte- of adoptiebeurs
- Basisgezinstoelage
- De terug-naar-school bonus
De geboortetoelage of -bonus
Voor een eerste geboorte of adoptie ontvangt u een bedrag van € 1.288,87. Bij een meerling krijgt elk kind hetzelfde bedrag. Vanaf de tweede geboorte of adoptie ontvangt u € 585,85 (bedragen geïndexeerd tot 1er december 2022).
Uitkering bij vroeggeboorte wanneer het kind bij de geboorte niet de Belgische nationaliteit heeft
Uw kind zal bij de geboorte niet de Belgische nationaliteit hebben: hebt u recht op de uitkering bij vroeggeboorte?
De uitkering bij vroeggeboorte kan worden betaald voor een kind dat bij de geboorte niet de Belgische nationaliteit zal hebben, volgens de toekenningsvoorwaarden die verband houden met de nationaliteit en/of het verblijfsrecht van de ouders van het ongeboren kind.
De dienst kinderbijslag onderzoekt of aan de voorwaarden voor toekenning van de uitkering bij vroeggeboorte is voldaan.
Belangrijk: als de uitkering bij vroeggeboorte wordt betaald, moet het kind op de dag van zijn geboorte (of op een datum binnen de maand waarin de geboortedatum valt) zowel het recht van verblijf in België hebben als zijn woonplaats in Brussel hebben. Anders moet de geboorte-uitkering worden terugbetaald aan de kinderbijslaginstelling (als het kind echter in het buitenland is geboren, moet het uiterlijk twee maanden na de geboorte in Brussel gedomicilieerd zijn).
Gezinstoelage
De kinderbijslag wordt elke maand betaald om uw kind te onderhouden. In Brussel hangt het bedrag af van de leeftijd van uw kind, of het broers of zussen heeft en van uw inkomen. Bovendien kunnen de betaalde bedragen stijgen als gevolg van indexering. In de meeste gevallen wordt uw dossier bijgehouden en ontvangt u toeslagen (verhoogde kinderbijslag) als u daar recht op heeft.
Merk op dat het systeem in Brussel is gewijzigd voor kinderen die vanaf 2020 worden geboren. Er moet immers een bedrag van 1.000 worden toegevoegd voor elk kind dat vanaf 2020 wordt geboren (bedrag geïndexeerd op 1er december 2022).
Bij invaliditeit of ziekte?
Als uw kind een handicap of aandoening heeft, heeft u recht op een toeslag tot de maand waarin het kind 21 wordte . Dit supplement is afhankelijk van de ernst van de aandoening.
Voorwaarden (niet noodzakelijkerwijs cumulatief):
- Uw kind is jonger dan 21 jaar
- De handicap of aandoening heeft fysieke of mentale gevolgen
- De aandoening beïnvloedt de dagelijkse activiteiten van uw kind: mobiliteit, leervermogen, hygiëne, enz.
- De handicap van uw kind heeft gevolgen voor uw huishouden: speciale woonregelingen, medische behandeling, speciale reisregelingen, enz.
Deze voorwaarden worden onderzocht en beoordeeld in de vorm van punten. Het Centrum voor Evaluatie van Autonomie en Handicap (CEAH ), een dienst van Iriscare, bepaalt of uw kind al dan niet aan bovenstaande voorwaarden voldoet.
Mijn kind heeft niet de Belgische nationaliteit: heeft het recht op Brusselse kinderbijslag?
Om recht te hebben op de Brusselse kinderbijslag moet een kind dat niet de Belgische nationaliteit heeft, in de regel een verblijfsrecht in België hebben en zijn woonplaats in Brussel hebben.
Het verblijfsrecht van het kind is gewoonlijk afgeleid van het verblijfsrecht van zijn of haar (of een van zijn of haar) ouders in België, maar het kan ook autonoom aan het kind zelf worden toegekend, bijvoorbeeld wanneer het kind om studieredenen alleen in België verblijft, of wanneer het een niet-begeleide minderjarige vreemdeling is.
Wanneer een kind een verblijfsrecht krijgt van de Belgische staat, kan het de Brusselse kinderbijslag ontvangen als het in Brussel woont. De aanvraag moet worden ingediend bij een van de vijf Brusselse kinderbijslagorganisaties (Brussels Family, Famiris, Infino, KidsLife, Parentia).
Uitzondering van een kind dat in een ander Europees land woont
In bepaalde situaties kan het recht op Brusselse kinderbijslag worden vastgesteld op basis van specifieke regels van Europees recht (ook wanneer het kind de Belgische nationaliteit heeft). Dit is het geval wanneer de gezinsleden wonen en/of werken in België en in één of meer andere landen van de Europese Economische Ruimte*. In dat geval hoeft het kind niet noodzakelijk een verblijfsrecht in België of een adres in Brussel te hebben om de Brusselse kinderbijslag te ontvangen, en moet worden bepaald welk Europees land of welke Europese landen eerst de kinderbijslag moeten betalen, en welk Europees land of welke Europese landen de eventuele aanvullende kinderbijslag moeten betalen. Bovendien moet in België op basis van de sociaal-professionele situatie van de ouders van het kind worden bepaald welke gefedereerde entiteit bevoegd is om de gezinsbijslagen bij voorrang of als aanvulling te betalen.
*Landen van de Europese Economische Ruimte: België, Bulgarije, Cyprus, Denemarken, Duitsland, Estland, Finland, Frankrijk, Griekenland, Hongarije, Ierland, Italië, Letland, Liechtenstein, Litouwen, Luxemburg, Malta, Nederland, Noorwegen, Oostenrijk, Polen, Portugal, Roemenië, Slovenië, Slowakije, Spanje, Tsjechië, Zweden.
In bepaalde situaties kan het recht op Brusselse kinderbijslag ook worden toegekend zonder dat het kind noodzakelijk een verblijfsrecht in België en/of een woonplaats in Brussel heeft (ook wanneer het kind de Belgische nationaliteit heeft), op basis van bilaterale internationale overeenkomsten die België heeft gesloten met bepaalde landen die geen deel uitmaken van de Europese Economische Ruimte. Tot op heden heeft België een bilaterale overeenkomst gesloten met de volgende landen Algerije, Bosnië-Herzegovina, Israël, Kosovo, Marokko, Montenegro, de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, San Marino, Servië, Tunesië en Turkije. Het recht op Brusselse gezinstoelagen kan worden toegekend op basis van de specifieke voorwaarden in elk van deze bilaterale overeenkomsten.
De terug-naar-school bonus
Elk kind heeft recht op een schooltoelage, die jaarlijks in augustus wordt uitbetaald. Dit bedrag komt bovenop de kinderbijslag die u elke maand ontvangt. Het bedrag van deze vergoeding stijgt naargelang de leeftijd van uw kind.
Als uw kind wees is van een van zijn ouders, heeft het recht op het basisbedrag plus de helft van het basisbedrag. Als er sprake is van een inkomens- of arbeidsongeschiktheidsgerelateerde verhoging, wordt deze bij het basisbedrag opgeteld.
Wanneer een kind een of beide ouders heeft verloren, heeft het recht op het dubbele van het basisbedrag plus eventuele verhogingen in verband met inkomen of handicap.
- Aanvullende financiële steun aan het Groeipakket gezinsuitkeringsfondsen
Als uw kind naar een door Kind & Gezin erkende kinderopvang gaat, niet ingeschreven staat in het kleuteronderwijs en het bedrag dat u betaalt niet gebaseerd is op uw inkomen, heeft uw kind recht op 3,43 euro extra per opvangdag (bedrag 2022). Deze uitkering maakt deel uit van het Groeipakket.
- Financiële steun voor het Bureau voor Geboorte- en Kinderzorg
De pleegzorginterventie is een financiële steun voor gezinnen waarin een of meer kinderen van 0-36 maanden in een pleegzorginstelling verblijven. Deze interventies worden toegekend indien de kinderopvanginstelling ten minste 4 dagen per week en 7 uur per dag open is.