De sector van de kinderopvang vraagt substantiële hulp

23 november 2023

Meer dan duizend mensen kwamen op woensdag 22 november samen in Brussel om hun ongenoegen te uiten over het gebrek aan financiële middelen en personeel in de sector van de kinderopvang. Met die actie wilden ze een hoger loon eisen en de afnemende belangstelling voor het beroep van kinderverzorger aan de kaak stellen, wat onvermijdelijk een tekort aan arbeidskrachten met zich meebrengt. Zowel de privé- als de overheidssector hebben het moeilijk en vragen om hulp.



Ze staan daarin lang niet alleen. Sinds begin dit jaar protesteren de verschillende commerciële en non-profitsectoren regelmatig. De professionals in de sector van de kinderopvang blijven zich inzetten om gehoord te worden en hun situatie te verbeteren. Ondanks de goede sfeer en de kleurrijke ballonnen die ze aan de hoofdzetel van de Federatie Wallonië-Brussel de lucht in lieten, leken de demonstranten van 22 november schoon genoeg te hebben van de desinteresse van onze regering.

Herwaardeer het beroep

Sinds de COVID-19-crisis worden een groot aantal beroepen als essentieel beschouwd. Het beroep van kinderverzorger, dat voornamelijk door vrouwen wordt uitgeoefend, staat in de lijst van cruciale sectoren en essentiële diensten (lijst op de website van de Algemene centrale van het ABVV), wat gerechtvaardigd is. Op een jong kind passen, is immers niet gemakkelijk, maar wat als je er alleen voor staat en zeven kinderen onder je hoede hebt? Om nog maar te zwijgen van de vele andere taken die tijdens een werkdag moeten worden uitgevoerd.

Eén ding is zeker: kinderverzorger worden is niet meer zo aantrekkelijk als vroeger en de belangstelling voor dat prachtige beroep lijkt nog af te nemen. De opleiding tot kinderverzorger werd vroeger in het middelbaar beroepsonderwijs gegeven, maar wordt sinds kort in bepaalde scholen als een professionele bachelor aangeboden. Dat zou onder andere een goede manier kunnen zijn om het beroep te beschermen en vooral nieuw leven in te blazen door de verloning aantrekkelijker te maken.

Er zijn veel vacatures, maar weinig belangstelling. Het aantal kandidaten dat reageert op een oproep is laag.
“Per vacature ontvangen op een maand tijd hoogstens vier of vijf cv’s. We hopen dus op aanzienlijke inspanningen, niet alleen door de erkenning van het beroep als knelpuntberoep, maar ook in de vorm van hele reeks maatregelen”, verduidelijkte Violaine Herbaux, voorzitter van het Office de la Naissance et de l’Enfance, tijdens het journaal van de RTBF.

Personeelstekort

Een plekje vinden in een kinderdagverblijf is soms een echte lijdensweg die heel wat geduld en doorzettingsvermogen van ouders vergt. In die context lanceerde Bénédicte Linard, de minister die in de Federatie Wallonië-Brussel bevoegd is voor jonge kinderen, in 2022 het Plan Cigogne om te zorgen voor bijna 575 nieuwe plaatsen in kinderdagverblijven in Brussel. Om die belofte na te komen, nieuwe ouders te helpen en kinderdagverblijven meer middelen te geven, is een enorme wervingscampagne voor kinderverzorgers nodig. Het aantal betogingen dat sinds het begin van het jaar is gehouden, toont immers aan dat de sector het moeilijk heeft en met een nijpend personeelstekort kampt.

Cathy Marcil, al twintig jaar kinderverzorger en vakbondsafgevaardigde bij de afdeling van de BBTK in La Louvière, uitte haar ongenoegen in een interview met RTL info: “We hebben extra handen nodig. De normale verhouding in kinderdagverblijven is één kinderverzorger per zeven kinderen. In werkelijkheid is dat, door afwezigheden door ziekte of burn-out, lang niet het geval. Soms moeten we in ons eentje voor veertien of meer kinderen zorgen.”

Te weinig erkenning

Naast het permanente personeelstekort door de lage belangstelling voor het beroep, afwezigheden door ziekte of kinderverzorgers die de sector verlaten, krijgen de werknemers ook te weinig erkenning. Corine Leire, al 37 jaar kinderverzorger, zei daarover aan RTL info: “Ik denk dat we aan het eind van ons Latijn zijn, we zijn het kotsbeu. We krijgen te weinig erkenning voor ons werk, we hebben een adempauze nodig. We gaan helemaal geradbraakt met pensioen, het is fysiek zwaar werk.”
Het is een veeleisend beroep en de eisen van de werknemers in de sector zijn duidelijk. Toch is er onvoldoende ondersteuning en zijn de middelen beperkt.