Op internet worden er DNA-tests aangeboden van 200 tot 500 euro.
Binnen een gerechtelijke procedure moet je ongeveer 300 euro rekenen per persoon van wie een DNA-staal moet onderzocht worden. Doorgaans komt dat op een minimum van 900 euro (moeder, vader en kind).
De kosten van de DNA-test maken deel uit van de gerechtskosten. Ze moeten dus voorgeschoten worden door de persoon die de DNA-test vraagt aan de rechtbank, maar zullen eventueel door de andere partij moeten worden terugbetaald. Het is ook mogelijk dat de rechter beslist dat beide partijen op het einde elk de helft van de kosten moeten betalen.
Indien de persoon die om de test vraagt, recht heeft op ‘kosteloze rechtsbijstand’, dan worden de gerechtskosten door de Staat betaald.
DNA-tests die uitgevoerd zijn binnen een centrum voor menselijke erfelijkheid worden aan ongeveer dezelfde prijzen aangeboden als die binnen een gerechtelijke procedure.