De juridische bijstand kan worden stopgezet.
Je moet zelf het Bureau voor Juridische Bijstand (BJB) of je advocaat op de hoogte brengen als je financiële situatie verandert. Het gaat daarbij om veranderingen in je inkomsten of je ‘bestaansmiddelen’ nadat de advocaat is toegewezen, tijdens de periode dat hij/zij voor jou aan het werk is.
Op het moment van je aanvraag voor juridische bijstand, wordt er niet naar toekomstige mogelijkheden gekeken, zoals een erfenis. Als je financiële situatie verbetert en je niet meer aan de voorwaarden voldoet, dan kan de juridische bijstand worden stopgezet.
Bijvoorbeeld wanneer:
- je een groot bedrag krijgt door de verkoop van een huis na een echtscheiding of erfenis;
- je achterstallige onderhoudsgelden krijgt;
- je een schadevergoeding krijgt voor een ongeval;
- enz.
Als je advocaat vaststelt dat je inkomsten zijn gestegen, zal hij je vragen om het BJB daarvan te verwittigen. Doe je dat niet, kan de advocaat de stopzetting van de juridische bijstand vragen aan het BJB. Het BJB beslist of je nog verder recht hebt op juridische bijstand.
De kosten van de advocaat voor de periode dat je recht had op de juridische bijstand moet je niet terugbetalen.
Als je door het werk van de advocaat geld ontvangt waar je eigenlijk de voorbije periode recht op had, kan je gevraagd worden om de advocatenkosten terug te betalen.
Als je beslist om het BJB niet op de hoogte te brengen van je gewijzigde situatie, schend je de regels en loop je het risico daarvoor gesanctioneerd te worden.
