Een interview met Bacoa, 33 jaar, woonachtig in het centrum van Brussel, moeder van de 10 maanden oude Gabriel.
Bacoa, je bent Belgische, je partner is een Spanjaard, jullie ontmoetten elkaar in Kopenhagen, je woonde in Genève en je zoon is geboren in het hart van de Europese hoofdstad. Hoe tracht je die culturele mix door te geven aan je kind?
Wij hebben altijd onze drie culturen willen doorgeven aan onze kinderen: de cultuur van Guinee-Bissau – aangezien ik daar geboren ben en tot mijn tiende heb gewoond – de Spaanse cultuur en de Belgische cultuur. Mijn man Jorge spreekt bijvoorbeeld Spaans met Gabriel. Ik besloot om Creools te spreken met Gabriel. Wat Frans betreft, daar zorgen de crèche en vrienden wel voor. Als we ooit nog eens verhuizen, pas ik misschien de taal aan, want ik zou graag willen dat Gabriel echt goed Creools en Frans leert. Het probleem met Creools is dat je het nergens anders kunt leren dan binnen de familie. Er bestaan bijvoorbeeld geen Creoolse klassen. Het is aan mijn moeder te danken dat ik de taal goed ken. Zelfs toen ze naar België kwam, bleef ze Creools spreken met de hele familie en zo is de taal bij ons blijven leven.
Heb je goed over deze beslissing nagedacht of kwam ze vanzelf?
Het ging eigenlijk vanzelf. Het leek ons logisch. Ik zou niet willen dat Gabriel iets van onze cultuur of zijn achtergrond verliest. Het is zo verrijkend om ondergedompeld te worden in zoveel verschillende culturen. Het zou jammer zijn als hij daar iets van zou verliezen.
Het was dus een logische beslissing, maar je hebt dit toch van tevoren besproken?
Ja, we bespraken het met elkaar vanaf de start van onze relatie. De discussies wakkerden vlak voor ons huwelijk weer aan. Tijdens de voorbereidingen ontmoetten we een priester en hij stelde ons tal van vragen. Zo konden we alles openlijk bespreken: de opvoeding van onze toekomstige kinderen, de dood, ziekte en vele andere onderwerpen. Dat urenlang praten vormde een goede voorbereiding. We hadden het geluk zo’n open en zorgzame priester te vinden. Hij nam echt de tijd om met ons te praten en dat was goed voor onze relatie.
Jorge en ik komen allebei uit tamelijk strenge gezinnen, waar het patriarchaat met al zijn clichés sterk aanwezig is. Maar zo willen we onze kinderen niet opvoeden. Onze vele gesprekken deden ons dit inzien, we zaten op dezelfde lijn.
Had die culturele mix een impact bij de keuze van de naam van je zoon?
Dat was inderdaad niet eenvoudig. We wilden een naam die we allebei mooi vonden, en die iedereen zonder problemen kon uitspreken, ongeacht de moedertaal. Een naam die niemand verkeerd zouden spellen door zijn accent of taal. Aanvankelijk wilden we ook een naam die een beetje ongewoon was. We zochten maandenlang, en kwamen uiteindelijk bij Gabriel uit. Een vrij eenvoudige en traditionele naam, maar geschikt voor iedereen en in elke taal.
Gabriels tweede naam is Nassek. Die komt uit de taal van de Mancagne, mijn oorspronkelijke etniciteit in Guinee-Bissau. Mijn voornaam komt daar ook vandaan. Helaas ken ik de taal niet. Toen ik klein was, spraken alleen mijn voorouders Mancagne. En toen ging de taal verloren… Voor mijn bruiloft in Spanje wilde ik enkele Mancagne-tradities volgen, maar dat kon niet. Het is dus maar goed dat Gabriel nog een spoor van deze etniciteit draagt. Er is tenminste nog iets van overgebleven…
Als familienaam draagt Gabriel onze beide namen, van Jorge en mijzelf. Dus wordt er iets overgedragen van beide kanten.
Op welke manier, via welke kanalen, zullen jullie al deze culturen aan Gabriel overbrengen?
Door middel van muziek, eten, boeken en door de plaatsen in Spanje, België en elders te bezoeken.
Gabriel heeft een bibliotheek vol Franse en Spaanse boeken. Mijn man gaat vaak naar een boekhandel in de buurt van Schuman, waar hij echte Spaanse boeken vindt, Spaanse auteurs die doordrenkt zijn van die cultuur. We zijn net terug van een vakantie met de familie van Jorge en we maakten van de gelegenheid gebruik om boeken te kopen. We brachten zelfs een Spaanse versie van Trivial Pursuit mee! Zo kunnen we anekdotes over de Spaanse cultuur aanleren en doorgeven.
Het eten vind ik een element waarmee we echt dichter bij een cultuur kunnen komen. Wanneer wij bijvoorbeeld een plaats missen, gaat er niets boven de lokale keuken om ons enkele ogenblikken ter plaatse te wanen.
Heb je soms heel andere meningen dan Jorge over hoe je Gabriel moet opvoeden?
Nee. Het enige waar we ons nog vragen over stellen is religie. Wij zijn beiden christenen, maar Jorge voelt er meer voor om Gabriel te laten kennismaken met de drie monotheïstische godsdiensten. Op die manier kan hij voor zichzelf een mening vormen en later zijn eigen keuzes maken. Ik zou hem liever over het christelijke geloof leren en tegelijk de andere godsdiensten uitleggen. We zullen zien…
Als jullie verschillende meningen hebben, leidt dit dan tot spanningen?
Nee. Net omdat we dezelfde waarden delen, werkt het tussen ons. We stelden ons al deze vragen in het begin van onze relatie en dachten er ook lang over na vlak voor we trouwden.
Als ik om mij heen kijk, merk ik dat er veel koppels zijn die samenwonen, of zelfs samen kinderen krijgen, en zich pas daarna vragen stellen over hoe ze functioneren als gezin en over de opvoeding van hun kinderen. Het tegenovergestelde zou moeten gebeuren. Het is belangrijk om je goed voor te bereiden.
Zijn er tradities in de familie van je partner die je niet leuk vindt, en zo ja, hoe sluit je dan een compromis?
Jorge’s vader was een professionele voetballer. Voetbal is zijn leven, het is alles waar hij om geeft. Met hem praten we alleen over voetbal. Toen hij zijn twee jongens kreeg, legde hij veel druk op hen. Jorge weigerde al snel om onder druk te voetballen. Zijn kleine broertje gaf toe.
Zelf zagen we dat Gabriel graag met de bal speelde. Als je hem een bal geeft, maakt hij bewegingen met zijn voeten die lijken op een dribbel. Natuurlijk vond zijn grootvader het geweldig en nu praat hij er de hele tijd over! Ik wil niet dat die druk op Gabriel komt te liggen. Gelukkig denkt Jorge er hetzelfde over. Hij houdt ook niet van de machosfeer in de voetbalwereld. Dat willen we niet aan onze kinderen doorgeven. Wij willen dat deze sport een plezier blijft en geen verplichting of voorwerp van spanning wordt.
Een ander aspect dat me minder bevalt aan Jorge’s familiecultuur is dat zijn familie in een heel klein dorp woont, waar iedereen de hele tijd alles beoordeelt. Niemand verliet ooit het dorp. Ze hebben niet veel gezien en toch hebben zij de waarheid in pacht… Maar nogmaals, Jorge en ik zitten op dezelfde golflengte. Wij zijn zeer open en hebben veel gereisd, en het is deze openheid die wij onze kinderen zullen bijbrengen.
Je spreekt met Gabriel in verschillende talen, hoe denk je dat dit mettertijd zal verlopen? Wil je dat hij in de toekomst bijvoorbeeld een taalbad neemt op school?
Mijn droom zou zijn dat Gabriel naar een Europese school gaat. Het onderwijs is er erg goed, en de artistieke kant wordt er behoorlijk ontwikkeld. Het is duidelijk dat het multiculturele en meertalige aspect me erg aantrekt. We zullen zien. We hebben nog tijd.
Denk je dat dit interculturele gezinsleven gemakkelijker is in Brussel of heeft de plaats waar je woont weinig belang?
Het hangt ervan af waar je bent. Het is bijvoorbeeld gemakkelijker in Brussel dan in het kleine dorp van mijn man in Spanje. Tijdens ons laatste verblijf daar, hoorde ik constant opmerkingen over Gabriels huidskleur en haar. Dat irriteerde me echt. Gabriel zal snel alles begrijpen wat er gezegd wordt en ik wil niet dat hij zoiets nog hoort. Ik wil niet dat hij complexen krijgt omdat hij lichter of donkerder is dan zijn ouders, omdat hij kroeshaar heeft, enz. Ik ben bang dat hij veel problemen zal krijgen als hij opgroeit, dat hij het als een probleem zal zien
In Guinee-Bissau, onder de Portugese bezetting, was kroeshaar verboden. Iedereen moest zijn haar steil maken. Het werd echt een complex in het land en dat is nog steeds het geval. Het heeft me veel tijd gekost om mijn haar te aanvaarden. Dat is niet wat ik wil voor mijn kind.
In Brussel hoor ik dit soort opmerkingen niet en is het veel beter. Je voelt je ook niet bekeken op straat. In Spanje voelde Jorge zich bekeken. Om al deze redenen is het veel makkelijker om in een grote stad te wonen.
THE TINY +
Aangezien Born in Brussels een puur Brussels project is, zou ik graag het volgende willen weten… Wonen in een stad heeft zijn goede en slechte kanten, zeker als het een hele grote stad als Brussel is! Wat maakt het leven in Brussel voor jou als moeder gemakkelijker en wat zijn de nadelen van het stadsleven?
In het centrum van de stad en dicht bij alles wonen maakt het dagelijkse leven gemakkelijker! Naar het werk gaan, wandelen, winkelen, de metro nemen… alles ligt op wandelafstand van onze flat.
Het nadeel is het lawaai. Dat is ondraaglijk. En in Spanje zag ik op elke straathoek speeltuinen! Hier zijn er niet genoeg. In Ukkel, waar ik mijn ouders ga bezoeken, is het groener en rustiger.
Tot slot, wat zijn de twee of drie boeken/podcasts/shows die nuttig waren voor jou als moeder?
Ik hou echt van de Arte-podcastserie ‘Un podcast à soi’. De laatste ging over pedocriminaliteit. Het was erg interessant maar ook erg zwaar, ik raad het niet iedereen aan, het is een erg gevoelig onderwerp. De andere podcasts zijn minder zwaar om naar te luisteren en net zo interessant. Ze gaan vaak over onderwerpen die te maken hebben met moederschap, gender, feminisme, enz.
Bedankt Bacoa!
Interview door Rebecca Lévêque