Eetstoornissen kunnen problemen veroorzaken voor, tijdens en na de zwangerschap. Als je lijdt aan anorexia of boulimia en een gezin wil stichten, is het belangrijk dat jij, jouw baby en de mensen om je heen worden begeleid door gezondheidsdeskundigen.
Voor de zwangerschap
De gevolgen van eetstoornissen zijn verstrekkend. Wat seksualiteit en vruchtbaarheid betreft, kunnen bij vrouwen uitputting, depressie, verlies van libido en uitblijven van de menstruatie optreden. Dit kan ook het geval zijn bij boulimia. Jouw vruchtbaarheid staat hier dus op het spel. Wil je een kind en heb je een eetstoornis, dan kan multidisciplinair werk met verschillende gezondheidswerkers – huisarts, gynaecoloog, psycholoog, diëtist, enz. – je helpen.
Maar wees voorzichtig! Het uitblijven van de menstruatie betekent niet dat je niet zwanger kunt worden! Integendeel, vrouwen met eetstoornissen die niet meer menstrueren, hebben de neiging geen voorbehoedsmiddelen te gebruiken en kunnen dus zwanger worden. Deze ongeplande zwangerschap kan een schok zijn. Vrouwen met anorexia of boulimie die hun lichaam voortdurend onder controle willen houden, kunnen het moeilijk hebben om de veranderingen in hun lichaam als gevolg van de zwangerschap te accepteren.
Tijdens de zwangerschap
Zwangerschap is een zeer kwetsbare periode voor alle vrouwen. De lichamelijke en hormonale veranderingen en alle verantwoordelijkheden en vragen die daarmee gepaard gaan, kunnen een bron zijn van stress en onrust. Bovendien kan de sterke sociale druk en het handhaven van een ideaal gewicht ook leiden tot riskant gedrag om koste wat het kost gewichtstoename te voorkomen.
Terugkeer van de ziekte
Leed je ooit aan anorexia, dan kan de zwangerschap sommige van je angsten opnieuw aanwakkeren en een terugval veroorzaken. Praat met de mensen om je heen en met de gezondheidswerkers die je begeleiden, zodat je de best mogelijke steun krijgt.
Eetstoornissen kunnen ook voor het eerst opduiken tijdens de zwangerschap. Vaak hoort dit bij de normale cyclus van de zwangerschap, maar als het enkele maanden aanhoudt, moet je jezelf vragen stellen en hulp zoeken.
Veel voorkomende aandoeningen
In het eerste trimester zijn overgeven en misselijkheid normaal. Een vermindering van de eetlust kan ook optreden tijdens de zwangerschap. Dit is te wijten aan hormonale veranderingen, de vertraging van het spijsverteringsstelsel en de druk van de baby op de inwendige organen. Sommige vrouwen kunnen in het begin van de zwangerschap zelfs gewicht verliezen, dat is niet ongebruikelijk.
Als deze symptomen aanhouden, als je je ongemakkelijk voelt bij de veranderingen in je lichaam, als je je voortdurend zorgen maakt over gewichtstoename en alles doet om dat te voorkomen, dan is er reden tot bezorgdheid en moet je hulp zoeken. Men noemt dit ‘mummyrexia’.
Hyperemesis gravidarum
Hyperemesis gravidarum is nog een aandoening die zwangere vrouwen kan treffen. Het gaat om braakneigingen die veel ernstiger zijn dan het typische ochtendbraken dat veel vrouwen aan het begin van zwangerschap ondervinden. Ook hier is advies inwinnen nodig.
In ieder geval zijn ondervoeding en te veel lichaamsbeweging schadelijk voor de foetus. Het verhoogt het risico op een miskraam, vroeggeboorte, misvorming en groeiachterstand. Om je eigen bestwil en die van je kind: praat erover!
Na de zwangerschap
Helaas hebben vrouwen met anorexia een verhoogd risico op babyblues. Kinderen van moeders met anorexia hebben ook meer kans op het ontwikkelen van eetstoornissen. Bovendien zal een ouder met een eetstoornis waarschijnlijk niet weten wanneer zijn kind al dan niet honger heeft. Om deze problemen te vermijden, is het dus essentieel hulp te krijgen om opnieuw vertrouwen rond de tafel te scheppen en plezier te krijgen in het samen eten.
Advies voor familieleden
Een zwangere vrouw zet zichzelf al onder druk, dus daar hoeft niets aan toegevoegd te worden. Vraag haar niet naar haar gewicht en vergelijk haar zwangerschap niet met die van anderen, want dat kan haar in verlegenheid brengen. Als zij moeite heeft met eten vanwege misselijkheid, vraag haar dan wat zij graag zou willen eten en probeer het menu elke dag aan te passen aan haar stemming.
Wees niet ongerust bij de geringste gewichtsvermindering of gewichtstoename, of bij herhaaldelijk braken, kijk vooral of dit gedurende verscheidene maanden aanhoudt. Als zij haar eetgewoonten sterk begint te veranderen, veel gaat sporten, zich afzondert, zich zeer regelmatig weegt, vaak blijft overgeven of angstig is over de verandering van haar lichaam, praat dan met haar en zoek professionele hulp.